Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal herunterhandeln

Vertaal herunterhandeln van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. herunterhandeln:

Duits

Uitgebreide vertaling voor herunterhandeln (Duits) in het Nederlands

herunterhandeln:

herunterhandeln werkwoord (handle herunter, handelst herunter, handelt herunter, handelte herunter, handeltet herunter, heruntergehandelt)

  1. herunterhandeln (feilschen; handeln; abhandeln; abfeilschen)
    onderhandelen; afdingen; marchanderen; pingelen; sjacheren; afpingelen
    • onderhandelen werkwoord (onderhandel, onderhandelt, onderhandelde, onderhandelden, onderhandeld)
    • afdingen werkwoord (ding af, dingt af, dong af, dongen af, afgedongen)
    • marchanderen werkwoord (marchandeer, marchandeert, marchandeerde, marchandeerden, gemarchandeerd)
    • pingelen werkwoord (pingel, pingelt, pingelde, pingelden, gepingeld)
    • sjacheren werkwoord (sjacher, sjachert, sjacherde, sjacherden, gesjacherd)
    • afpingelen werkwoord (pingel af, pingelt af, pingelde af, pingelden af, afgepingeld)

Conjugations for herunterhandeln:

Präsens
  1. handle herunter
  2. handelst herunter
  3. handelt herunter
  4. handeln herunter
  5. handelt herunter
  6. handeln herunter
Imperfekt
  1. handelte herunter
  2. handeltest herunter
  3. handelte herunter
  4. handelten herunter
  5. handeltet herunter
  6. handelten herunter
Perfekt
  1. habe heruntergehandelt
  2. hast heruntergehandelt
  3. hat heruntergehandelt
  4. haben heruntergehandelt
  5. habt heruntergehandelt
  6. haben heruntergehandelt
1. Konjunktiv [1]
  1. herunterhandele
  2. herunterhandelest
  3. herunterhandele
  4. herunterhandelen
  5. herunterhandelet
  6. herunterhandelen
2. Konjunktiv
  1. herunterhandelte
  2. herunterhandeltest
  3. herunterhandelte
  4. herunterhandelten
  5. herunterhandeltet
  6. herunterhandelten
Futur 1
  1. werde herunterhandeln
  2. wirst herunterhandeln
  3. wird herunterhandeln
  4. werden herunterhandeln
  5. werdet herunterhandeln
  6. werden herunterhandeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde herunterhandeln
  2. würdest herunterhandeln
  3. würde herunterhandeln
  4. würden herunterhandeln
  5. würdet herunterhandeln
  6. würden herunterhandeln
Diverses
  1. handle herunter!
  2. handelt herunter!
  3. handeln Sie herunter!
  5. heruntergehandelt
  6. herunterhandelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor herunterhandeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdingen Abfeilschen; Feilschen; Gefeilsche
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdingen abfeilschen; abhandeln; feilschen; handeln; herunterhandeln feilschen; handeln; unterhandeln
afpingelen abfeilschen; abhandeln; feilschen; handeln; herunterhandeln
marchanderen abfeilschen; abhandeln; feilschen; handeln; herunterhandeln
onderhandelen abfeilschen; abhandeln; feilschen; handeln; herunterhandeln
pingelen abfeilschen; abhandeln; feilschen; handeln; herunterhandeln
sjacheren abfeilschen; abhandeln; feilschen; handeln; herunterhandeln

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0373 seconde
Page rendered in 1.0 seconds