Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. herumvliegen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor herumvliegen (Duits) in het Nederlands

herumvliegen:

herumvliegen werkwoord

  1. herumvliegen (sausen um; umherfliegen; brausen um)
    omvliegen
    • omvliegen werkwoord (vlieg om, vliegt om, vloog om, vlogen om, omgevlogen)

Vertaal Matrix voor herumvliegen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omvliegen brausen um; herumvliegen; sausen um; umherfliegen