Duits

Uitgebreide vertaling voor herrisch (Duits) in het Nederlands

herrisch:

herrisch bijvoeglijk naamwoord

  1. herrisch (herrschsüchtig; gebieterisch)
    overheersend; bazig
  2. herrisch (herrschsüchtig; gebieterisch)
    heerszuchtig
  3. herrisch (streng; stark)
    streng; gestreng; niet toegevend
  4. herrisch (unerbittlich; gnadenlos; hart; )
    onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverbiddelijke

Vertaal Matrix voor herrisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
streng Haarsträhne; Haarzopf; Zopf
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bazig gebieterisch; herrisch; herrschsüchtig
gestreng herrisch; stark; streng
heerszuchtig gebieterisch; herrisch; herrschsüchtig
onverbiddelijk gnadenlos; hart; hartherzig; herrisch; herrschsüchtig; rücksichtslos; unerbittlich; unnachsichtig dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; gnadenlos; starrköpfig; störrisch; trotzig; unerbittlich; unversöhnlich
onvermurwbaar gnadenlos; hart; hartherzig; herrisch; herrschsüchtig; rücksichtslos; unerbittlich; unnachsichtig dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; gebieterisch; genau; gerade; gewissenhaft; gnadenlos; starrköpfig; streng; strikt; störrisch; trotzig; unerbittlich; unversöhnlich
streng herrisch; stark; streng gebieterisch; genau; gerade; gewissenhaft; nach allen Regeln; schlüssig; streng; strikt; stringent; unerbittlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niet toegevend herrisch; stark; streng
onverbiddelijke gnadenlos; hart; hartherzig; herrisch; herrschsüchtig; rücksichtslos; unerbittlich; unnachsichtig
overheersend gebieterisch; herrisch; herrschsüchtig

Synoniemen voor "herrisch":