Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor herbeiziehen (Duits) in het Nederlands

herbeiziehen:

herbeiziehen werkwoord (ziehe herbei, ziehst herbei, zieht herbei, zog herbei, zogt herbei, herbeigezogen)

  1. herbeiziehen
    naartoe trekken; erbij trekken; bijtrekken
    • naartoe trekken werkwoord
    • erbij trekken werkwoord (trek erbij, trekt erbij, trok erbij, trokken erbij, erbij getrokken)
    • bijtrekken werkwoord (trek bij, trekt bij, trok bij, trokken bij, bijgetrokken)
  2. herbeiziehen (umhochziehen; zuziehen; hinzuziehen)
    ophalen; omhooghalen
    • ophalen werkwoord (haal op, haalt op, haalde op, haalden op, opgehaald)
    • omhooghalen werkwoord (haal omhoog, haalt omhoog, haalde omhoog, haalden omhoog, omhooggehaald)
  3. herbeiziehen (herbeirufen; mit einbeziehen; herüberholen)
    bijhalen
    • bijhalen werkwoord (haal bij, haalt bij, haalde bij, haalden bij, bijgehaald)

Conjugations for herbeiziehen:

Präsens
  1. ziehe herbei
  2. ziehst herbei
  3. zieht herbei
  4. ziehen herbei
  5. zieht herbei
  6. ziehen herbei
Imperfekt
  1. zog herbei
  2. zogst herbei
  3. zog herbei
  4. zogen herbei
  5. zogt herbei
  6. zogen herbei
Perfekt
  1. habe herbeigezogen
  2. hast herbeigezogen
  3. hat herbeigezogen
  4. haben herbeigezogen
  5. habt herbeigezogen
  6. haben herbeigezogen
1. Konjunktiv [1]
  1. herbeiziehe
  2. herbeiziehest
  3. herbeiziehe
  4. herbeiziehen
  5. herbeiziehet
  6. herbeiziehen
2. Konjunktiv
  1. herbeizöge
  2. herbeizögest
  3. herbeizöge
  4. herbeizögen
  5. herbeizöget
  6. herbeizögen
Futur 1
  1. werde herbeiziehen
  2. wirst herbeiziehen
  3. wird herbeiziehen
  4. werden herbeiziehen
  5. werdet herbeiziehen
  6. werden herbeiziehen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde herbeiziehen
  2. würdest herbeiziehen
  3. würde herbeiziehen
  4. würden herbeiziehen
  5. würdet herbeiziehen
  6. würden herbeiziehen
Diverses
  1. ziehe herbei!
  2. zieht herbei!
  3. ziehen Sie herbei!
  4. herbeigezogen
  5. herbeiziehend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor herbeiziehen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijhalen herbeirufen; herbeiziehen; herüberholen; mit einbeziehen
bijtrekken herbeiziehen
erbij trekken herbeiziehen
naartoe trekken herbeiziehen
omhooghalen herbeiziehen; hinzuziehen; umhochziehen; zuziehen aufholen; heben; hissen; hochziehen
ophalen herbeiziehen; hinzuziehen; umhochziehen; zuziehen abholen; abnehmen; abrufen; abräumen; aufholen; aufpicken; einsammeln; entfernen; entnehmen; fortnehmen; heranholen; holen; wegholen; wegnehmen