Duits
Uitgebreide vertaling voor halbgar (Duits) in het Nederlands
halbgar:
-
halbgar (halbroh)
halfgaar; halfbakken; niet volkomen gaar-
halfgaar bijvoeglijk naamwoord
-
halfbakken bijvoeglijk naamwoord
-
niet volkomen gaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
halbgar
niet helemaal in orde; halfzacht; halfgaar; eiig-
niet helemaal in orde bijvoeglijk naamwoord
-
halfzacht bijvoeglijk naamwoord
-
halfgaar bijvoeglijk naamwoord
-
eiig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor halbgar:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
halfbakken | halbgar; halbroh | |
halfgaar | halbgar; halbroh | |
halfzacht | halbgar | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
eiig | halbgar | |
niet helemaal in orde | halbgar | |
niet volkomen gaar | halbgar; halbroh |