Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal haßerfüllt

Vertaal haßerfüllt van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. haßerfüllt:

Duits

Uitgebreide vertaling voor haßerfüllt (Duits) in het Nederlands

haßerfüllt:

haßerfüllt bijvoeglijk naamwoord

  1. haßerfüllt (eifersüchtig; neidisch)
    jaloers; afgunstig; nijdig
  2. haßerfüllt (verbittert)
    onderdrukt; opgekropt; verkropt; verbeten
  3. haßerfüllt (verbissen; verhalten; feindselig)
    verbeten; haatdragend
  4. haßerfüllt (erbost; verärgert; bitterböse; )
    verontwaardigd; gebelgd; misnoegd; verstoord; gekwetst

Vertaal Matrix voor haßerfüllt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgunstig eifersüchtig; haßerfüllt; neidisch
gebelgd aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; böse; empört; erbost; ergrimmt; erzürnt; haßerfüllt; verstimmt; verärgert; ärgerlich aufgebracht; ergrimmt; erzürnt; gebrochen; geladen; glücklos; grimmig; kribbelig; mißmutig; mißvergnügt; sauer; säuerlich; unwillig; unzufrieden; verbissen; verdrießlich; verstimmt; verärgert; wütend; zornig; ärgerlich
gekwetst aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; böse; empört; erbost; ergrimmt; erzürnt; haßerfüllt; verstimmt; verärgert; ärgerlich angeschossen; beleidigt; gekränkt; getroffen; verletzt; verwundet
haatdragend feindselig; haßerfüllt; verbissen; verhalten nachtragend; rachsüchtig
jaloers eifersüchtig; haßerfüllt; neidisch
misnoegd aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; böse; empört; erbost; ergrimmt; erzürnt; haßerfüllt; verstimmt; verärgert; ärgerlich agitiert; aufgebracht; aufgeregt; erhitzt; erregt; gebrochen; glücklos; grimmig; kribbelig; mißmutig; mißvergnügt; sauer; säuerlich; unwillig; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; verärgert; ärgerlich
nijdig eifersüchtig; haßerfüllt; neidisch Haßerfüllt; aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; borstig; böse; eifersüchtig; ergrimmt; erzürnt; fuchsteufelswild; garstig; gehässig; geladen; giftig; grimmig; jähzornig; neidisch; rasend; sauer; sehr böse; tobend; ungestüm; unwillig; unwirsch; verbissen; verstimmt; wüst; wütend; zornig; ärgerlich; übel
verbeten feindselig; haßerfüllt; verbissen; verbittert; verhalten grimmig; verbissen; verkniffen
verontwaardigd aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; böse; empört; erbost; ergrimmt; erzürnt; haßerfüllt; verstimmt; verärgert; ärgerlich
verstoord aufgebracht; aufgeregt; bitterböse; böse; empört; erbost; ergrimmt; erzürnt; haßerfüllt; verstimmt; verärgert; ärgerlich mißvergnügt; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; ärgerlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onderdrukt haßerfüllt; verbittert
opgekropt haßerfüllt; verbittert
verkropt haßerfüllt; verbittert

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0604 seconde
Page rendered in 1.0 seconds