Duits
Uitgebreide vertaling voor gutgelaunt (Duits) in het Nederlands
gutgelaunt:
-
gutgelaunt (fröhlich; freudig; heiter; munter; froh; lebhaft)
opgewekt; goedgehumeurd; welgemoed; welgestemd; goedgeluimd-
opgewekt bijvoeglijk naamwoord
-
goedgehumeurd bijvoeglijk naamwoord
-
welgemoed bijvoeglijk naamwoord
-
welgestemd bijvoeglijk naamwoord
-
goedgeluimd bijvoeglijk naamwoord
-
-
gutgelaunt (gutgesinnt; wohlgesinnt)
gunstig gezind; goedgezind; welgezind-
gunstig gezind bijvoeglijk naamwoord
-
goedgezind bijvoeglijk naamwoord
-
welgezind bijvoeglijk naamwoord
-
-
gutgelaunt (fröhlich; wohlgemut; froh; heiter)