Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal gleichrichten

Vertaal gleichrichten van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. gleichrichten:

Duits

Uitgebreide vertaling voor gleichrichten (Duits) in het Nederlands

gleichrichten:

gleichrichten werkwoord (gleichrichte, gleichrichtest, gleichrichtet, gleichrichtete, gleichrichtetet, gegleichrichtet)

  1. gleichrichten (auswuchten; ausbalancieren)
    uitbalanceren; richten; uitlijnen
    • uitbalanceren werkwoord (balanceer uit, balanceert uit, balanceerde uit, balanceerden uit, uitgebalanceerd)
    • richten werkwoord (richt, richtte, richtten, gericht)
    • uitlijnen werkwoord (lijn uit, lijnt uit, lijnde uit, lijnden uit, uitgelijnd)
  2. gleichrichten (kalibrieren)
    kalibreren
    • kalibreren werkwoord (kalibreer, kalibreert, kalibreerde, kalibreerden, gekalibreerd)
  3. gleichrichten (abstimmen; einstellen; gleichschalten)
    afstemmen; afstellen
    • afstemmen werkwoord (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)
    • afstellen werkwoord (stel af, stelt af, stelde af, stelden af, afgesteld)
  4. gleichrichten (gleichschalten; abstimmen)
    afstemmen; gelijkschakelen
    • afstemmen werkwoord (stem af, stemt af, stemde af, stemden af, afgestemd)
    • gelijkschakelen werkwoord (schakel gelijk, schakelt gelijk, schakelde gelijk, schakelden gelijk, gelijkgeschakeld)
  5. gleichrichten (koordinieren; auswuchten)
    gelijkrichten
    • gelijkrichten werkwoord (richt gelijk, richtte gelijk, richtten gelijk, gelijkgericht)

Conjugations for gleichrichten:

Präsens
  1. gleichrichte
  2. gleichrichtest
  3. gleichrichtet
  4. gleichrichten
  5. gleichrichtet
  6. gleichrichten
Imperfekt
  1. gleichrichtete
  2. gleichrichtetest
  3. gleichrichtete
  4. gleichrichteten
  5. gleichrichtetet
  6. gleichrichteten
Perfekt
  1. habe gegleichrichtet
  2. hast gegleichrichtet
  3. hat gegleichrichtet
  4. haben gegleichrichtet
  5. habt gegleichrichtet
  6. haben gegleichrichtet
1. Konjunktiv [1]
  1. gleichrichte
  2. gleichrichtest
  3. gleichrichte
  4. gleichrichten
  5. gleichrichtet
  6. gleichrichten
2. Konjunktiv
  1. gleichrichtete
  2. gleichrichtetest
  3. gleichrichtete
  4. gleichrichteten
  5. gleichrichtetet
  6. gleichrichteten
Futur 1
  1. werde gleichrichten
  2. wirst gleichrichten
  3. wird gleichrichten
  4. werden gleichrichten
  5. werdet gleichrichten
  6. werden gleichrichten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde gleichrichten
  2. würdest gleichrichten
  3. würde gleichrichten
  4. würden gleichrichten
  5. würdet gleichrichten
  6. würden gleichrichten
Diverses
  1. gleichricht!
  2. gleichrichtet!
  3. gleichrichten Sie!
  5. gegleichrichtet
  6. gleichrichtend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor gleichrichten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstellen Abstimmen; Einstellen; Feineinstellung
afstemmen Abstimmen; Abstimmung; Einstellen; Feineinstellung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstellen abstimmen; einstellen; gleichrichten; gleichschalten ablehnen; abstimmen
afstemmen abstimmen; einstellen; gleichrichten; gleichschalten ablehnen; abschlagen; abstimmen; abweisen; ausschlagen; einbauen; einführen; eingeben; einsetzen; einspeisen; einstellen; eintippen; führen; hineinstecken; importieren; inaugurieren; initiieren; installieren; starten; verweigern; verwerfen; zurückweisen
gelijkrichten auswuchten; gleichrichten; koordinieren
gelijkschakelen abstimmen; gleichrichten; gleichschalten
kalibreren gleichrichten; kalibrieren kalibrieren
richten ausbalancieren; auswuchten; gleichrichten ausrichten; richten; visieren; zielen
uitbalanceren ausbalancieren; auswuchten; gleichrichten ausbalancieren; balancieren
uitlijnen ausbalancieren; auswuchten; gleichrichten andocken; ausrichten







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0448 seconde
Page rendered in 1.0 seconds