Duits
Uitgebreide vertaling voor glashell (Duits) in het Nederlands
glashell:
-
glashell (kristallhell)
-
glashell (glasartig; glasig; gläsern; durchsichtig)
-
glashell (das ist klar wie Klosbrühe; klar; eindeutig; deutlich; sonnenklar; offensichtlich; verständlich; sichtbar; sicher; übersichtlich; anschaulich; erkennbar; einleuchtend; derb; aufschlußreich; gläsern; vernehmlich; vernehmbar)
zo klaar als een klontje; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zonneklaar-
zo klaar als een klontje bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
flagrant bijvoeglijk naamwoord
-
overduidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
zonneklaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
glashell (auf frischer Tat; offensichtlich; klar; sicher; eindeutig; deutlich; erkennbar; sichtbar; offenkundig; sonnenklar)
-
glashell (durchsichtig; transparent; durchscheinend; gläsern; glasig; glasartig)
transparant; doorschijnend; doorzichtig-
transparant bijvoeglijk naamwoord
-
doorschijnend bijvoeglijk naamwoord
-
doorzichtig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor glashell:
Computer vertaling door derden: