Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- geziert:
- zieren:
-
Wiktionary:
- geziert → gekunsteld, gemaakt, gewrongen, kunstmatig, artificieel
- zieren → sieren
Duits
Uitgebreide vertaling voor geziert (Duits) in het Nederlands
geziert:
-
geziert (affektiert; geschraubt)
geaffecteerd; bekakt; dikdoenerig-
geaffecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
bekakt bijvoeglijk naamwoord
-
dikdoenerig bijvoeglijk naamwoord
-
-
geziert (gekünstelt; geschraubt; unnatürlich; künstlich; affektiert; unecht)
geaffecteerd; gemaakt; onnatuurlijk; gezocht; gewrongen; gekunsteld-
geaffecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
gemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
onnatuurlijk bijvoeglijk naamwoord
-
gezocht bijvoeglijk naamwoord
-
gewrongen bijvoeglijk naamwoord
-
gekunsteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
geziert (anstellen)
aanstellerig; gekunsteld; dikdoenerig-
aanstellerig bijvoeglijk naamwoord
-
gekunsteld bijvoeglijk naamwoord
-
dikdoenerig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor geziert:
Synoniemen voor "geziert":
Wiktionary: geziert
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geziert | → gekunsteld; gemaakt; gewrongen | ↔ affété — Qui est plein d’afféterie dans son air, dans ses manières, dans son langage. |
• geziert | → gemaakt; kunstmatig; artificieel; gekunsteld; gewrongen | ↔ artificiel — Qui remplace la nature par l’art ou l’artifice. |
zieren:
-
zieren (garnieren; gestalten; aufmachen; dekorieren; fertigstellen; verzieren; fertigmachen; vollenden; feinmachen)
-
zieren (verzieren; schmücken)
Conjugations for zieren:
Präsens
- ziere
- zierst
- ziert
- zieren
- ziert
- zieren
Imperfekt
- zierte
- ziertest
- zierte
- zierten
- ziertet
- zierten
Perfekt
- habe geziert
- hast geziert
- hat geziert
- haben geziert
- habt geziert
- haben geziert
1. Konjunktiv [1]
- ziere
- zierest
- ziere
- zieren
- zieret
- zieren
2. Konjunktiv
- zierte
- ziertest
- zierte
- zierten
- ziertet
- zierten
Futur 1
- werde zieren
- wirst zieren
- wird zieren
- werden zieren
- werdet zieren
- werden zieren
1. Konjunktiv [2]
- würde zieren
- würdest zieren
- würde zieren
- würden zieren
- würdet zieren
- würden zieren
Diverses
- zier!
- ziert!
- zieren Sie!
- geziert
- zierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor zieren:
Synoniemen voor "zieren":
Computer vertaling door derden: