Duits
Uitgebreide vertaling voor geschwollen (Duits) in het Nederlands
geschwollen:
-
geschwollen (aufgedunsen)
opgezet; opgezwollen; opgeblazen; gezwollen-
opgezet bijvoeglijk naamwoord
-
opgezwollen bijvoeglijk naamwoord
-
opgeblazen bijvoeglijk naamwoord
-
gezwollen bijvoeglijk naamwoord
-
-
geschwollen (bombastisch; aufgeblasen; schwülstig; pathetisch; theatralisch; hochtrabend)
bombastisch; hoogdravend; pompeus; opgeblazen; gezwollen-
bombastisch bijvoeglijk naamwoord
-
hoogdravend bijvoeglijk naamwoord
-
pompeus bijvoeglijk naamwoord
-
opgeblazen bijvoeglijk naamwoord
-
gezwollen bijvoeglijk naamwoord
-
-
geschwollen (ausgestopft Tier; satt; aufgedunsen; ausgestopft; wulstig; schwülstig)
opgezet dier-
opgezet dier bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor geschwollen:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bombastisch | aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch | |
gezwollen | aufgeblasen; aufgedunsen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch | |
hoogdravend | aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch | |
opgeblazen | aufgeblasen; aufgedunsen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch | |
opgezet | aufgedunsen; geschwollen | |
opgezwollen | aufgedunsen; geschwollen | |
pompeus | aufgeblasen; bombastisch; geschwollen; hochtrabend; pathetisch; schwülstig; theatralisch | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
opgezet dier | aufgedunsen; ausgestopft; ausgestopft Tier; geschwollen; satt; schwülstig; wulstig |