Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- geräuschvoll:
-
Wiktionary:
- geräuschvoll → lawaaierig
Duits
Uitgebreide vertaling voor geräuschvoll (Duits) in het Nederlands
geräuschvoll:
-
geräuschvoll (geschäftig; lustig; gedrängt; heiter; lebendig; fleißig; gesellig; emsig; lebhaft; munter; eifrig; üppig; flott; vergnüglich; quick; fröhlich; existent; freudvoll; frisch; angeheitert; freudig)
-
geräuschvoll (laut; lautstark; lärmend)
luid; hard; luid klinkend-
luid bijvoeglijk naamwoord
-
hard bijvoeglijk naamwoord
-
luid klinkend bijvoeglijk naamwoord
-
-
geräuschvoll (laut; hart; schnell; fest; schwierig; streng; lauthals; steif; herb; kaltblütig; sauer; lautstark; lärmend; schrill; unsanft; tosend; gefühllos; hörbar)
-
geräuschvoll (summend)
-
geräuschvoll (aus voller Kehle; lauthals; lautstark; aus vollem Halse)
luidkeels; luid; uit volle borst-
luidkeels bijvoeglijk naamwoord
-
luid bijvoeglijk naamwoord
-
uit volle borst bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor geräuschvoll:
Synoniemen voor "geräuschvoll":
Wiktionary: geräuschvoll
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geräuschvoll | → lawaaierig | ↔ noisy — making a noise |