Duits
Uitgebreide vertaling voor geprüft (Duits) in het Nederlands
geprüft:
-
geprüft (erprobt; bewährt)
-
geprüft (erprobt; bewährt)
beproefd; probaat; deugdelijk-
beproefd bijvoeglijk naamwoord
-
probaat bijvoeglijk naamwoord
-
deugdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
geprüft (gexaminiert; bewährt; erprobt)
-
geprüft
Vertaal Matrix voor geprüft:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beproefd | bewährt; erprobt; geprüft | |
deugdelijk | bewährt; erprobt; geprüft | dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig |
probaat | bewährt; erprobt; geprüft | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
getest | bewährt; erprobt; geprüft; gexaminiert | |
getoetst | geprüft | |
geëxamineerd | bewährt; erprobt; geprüft; gexaminiert | |
uitgeprobeerd | bewährt; erprobt; geprüft |
Synoniemen voor "geprüft":
Computer vertaling door derden: