Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- geliebt:
- lieben:
-
Wiktionary:
- geliebt → geliefd, lief, welbemind, bemind
- lieben → beminnen, liefhebben
- lieben → houden van, beminnen, liefhebben, graag zien, gek zijn op, vrijen
Duits
Uitgebreide vertaling voor geliebt (Duits) in het Nederlands
geliebt:
-
geliebt (populär; beliebt; gerngesehen)
lief; dierbaar; toegenegen; geliefd; bemind-
lief bijvoeglijk naamwoord
-
dierbaar bijvoeglijk naamwoord
-
toegenegen bijvoeglijk naamwoord
-
geliefd bijvoeglijk naamwoord
-
bemind bijvoeglijk naamwoord
-
-
geliebt (bevorzugt; beliebt; gewollt; gesucht; angenehm; gefragt)
-
geliebt
-
geliebt
-
geliebt (liebkosen; gewollt)
geliefkoosd; gestreeld uit liefde-
geliefkoosd bijvoeglijk naamwoord
-
gestreeld uit liefde bijvoeglijk naamwoord
-
-
geliebt (beliebt; gesucht; gewünscht; populär; gewollt; gerngesehen; gefragt)
gezocht; gewild; veelgevraagd; begeerd-
gezocht bijvoeglijk naamwoord
-
gewild bijvoeglijk naamwoord
-
veelgevraagd bijvoeglijk naamwoord
-
begeerd bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor geliebt:
Synoniemen voor "geliebt":
lieben:
Conjugations for lieben:
Präsens
- liebe
- liebst
- liebt
- lieben
- liebt
- lieben
Imperfekt
- liebte
- liebtest
- liebte
- liebten
- liebtet
- liebten
Perfekt
- habe geliebt
- hast geliebt
- hat geliebt
- haben geliebt
- habt geliebt
- haben geliebt
1. Konjunktiv [1]
- liebe
- liebest
- liebe
- lieben
- liebet
- lieben
2. Konjunktiv
- liebte
- liebtest
- liebte
- liebten
- liebtet
- liebten
Futur 1
- werde lieben
- wirst lieben
- wird lieben
- werden lieben
- werdet lieben
- werden lieben
1. Konjunktiv [2]
- würde lieben
- würdest lieben
- würde lieben
- würden lieben
- würdet lieben
- würden lieben
Diverses
- lieb!
- liebt!
- lieben Sie!
- geliebt
- liebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor lieben:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beminnen | lieben; liebhaben | Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben |
houden van | lieben; liebhaben | gerne essen; gerne trinken; lecker finden; mögen |
liefhebben | lieben; liebhaben | |
minnen | lieben; liebhaben | Geschlechtsverkehr haben; Liebe machen; bumsen; ficken; miteinander schlafen; sich lieben |
Synoniemen voor "lieben":
Wiktionary: lieben
lieben
Cross Translation:
verb
-
amoureuze gevoelens voor iemand koesteren
-
liefde voelen tot iemand of iets
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lieben | → houden van; beminnen; liefhebben; graag zien | ↔ love — have a strong affection for |
• lieben | → houden van; gek zijn op | ↔ love — be strongly inclined towards doing |
• lieben | → liefhebben; houden van | ↔ love — care about; will good for |
• lieben | → vrijen | ↔ love — (euphemistic): to have sex with |