Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- gelegentlich:
-
Wiktionary:
- gelegentlich → incidenteel, occasioneel
- gelegentlich → nu en dan, toevallig, af en toe, wel eens, soms
Duits
Uitgebreide vertaling voor gelegentlich (Duits) in het Nederlands
gelegentlich:
-
gelegentlich (incidentell; ab und zu; manchmall; dannundwann)
af en toe; incidenteel; soms; weleens; nu en dan-
af en toe bijvoeglijk naamwoord
-
incidenteel bijvoeglijk naamwoord
-
soms bijwoord
-
weleens bijvoeglijk naamwoord
-
nu en dan bijvoeglijk naamwoord
-
-
gelegentlich (selten; sporadisch; vereinzelt)
sporadisch; incidenteel; zelden-
sporadisch bijvoeglijk naamwoord
-
incidenteel bijvoeglijk naamwoord
-
zelden bijwoord
-
-
gelegentlich
bij gelegenheid-
bij gelegenheid bijvoeglijk naamwoord
-
-
gelegentlich (manchmal; vielleicht; etwa; mitunter)
Vertaal Matrix voor gelegentlich:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
incidenteel | ab und zu; dannundwann; gelegentlich; incidentell; manchmall; selten; sporadisch; vereinzelt | |
sporadisch | gelegentlich; selten; sporadisch; vereinzelt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
soms | ab und zu; dannundwann; etwa; gelegentlich; incidentell; manchmal; manchmall; mitunter; vielleicht | bisweilen; manchmal; mitunter |
zelden | gelegentlich; selten; sporadisch; vereinzelt | außergewöhnlich; selten; seltsam |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
af en toe | ab und zu; dannundwann; gelegentlich; incidentell; manchmall | |
bij gelegenheid | gelegentlich | |
nu en dan | ab und zu; dannundwann; gelegentlich; incidentell; manchmall | |
somwijlen | etwa; gelegentlich; manchmal; mitunter; vielleicht | |
weleens | ab und zu; dannundwann; gelegentlich; incidentell; manchmall |
Synoniemen voor "gelegentlich":
Wiktionary: gelegentlich
gelegentlich
Cross Translation:
adjective
-
niet stelselmatig voorkomend
-
nu en dan voorkomend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gelegentlich | → nu en dan; toevallig; af en toe | ↔ occasional — limited to certain occasions; not very often |
• gelegentlich | → wel eens; af en toe; nu en dan; soms | ↔ occasionally — from time to time; now and then; once in a while; at infrequent intervals |