Gegensätzlich in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

gegensätzlich:
- tegenstrijdig; tegengesteld; onverenigbaar; strijdig; hiertegen; tegen; weer; weerom; weder; contrasterend; contrair; polair
Wiktionary:
- gegensätzlich → tegengesteld
- gegensätzlich → strijdig, tegengesteld, tegenliggend, tegenstaand, tegenstrijdig

Duits

Uitgebreide vertaling voor gegensätzlich (Duits) in het Nederlands

gegensätzlich (widersprüchlich; entgegengesetzt; unvereinbar; unverträglich)
tegenstrijdig; tegengesteld; onverenigbaar; strijdig; hiertegen; tegen
- tegenstrijdig bijvoeglijk naamwoord
- tegengesteld bijvoeglijk naamwoord
- onverenigbaar bijvoeglijk naamwoord
- strijdig bijvoeglijk naamwoord
- hiertegen bijwoord
- tegen bijvoeglijk naamwoord
gegensätzlich (wieder zurück; entgegengesetzt)
weer; weerom; weder
- weer bijwoord
- weerom bijwoord
- weder bijwoord
gegensätzlich
contrasterend; strijdig
- contrasterend bijvoeglijk naamwoord
- strijdig bijvoeglijk naamwoord
gegensätzlich
contrair
- contrair bijvoeglijk naamwoord
gegensätzlich (polar)
polair
- polair bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
weer		Klima; Wetter; Wetterlage; Wetterverhältnisse; Witterung; Witterungsverhältnisse
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contrair	gegensätzlich
onverenigbaar	entgegengesetzt; gegensätzlich; unvereinbar; unverträglich; widersprüchlich
polair	gegensätzlich; polar
strijdig	entgegengesetzt; gegensätzlich; unvereinbar; unverträglich; widersprüchlich
tegengesteld	entgegengesetzt; gegensätzlich; unvereinbar; unverträglich; widersprüchlich	andersherum; entgegengesetzt
tegenstrijdig	entgegengesetzt; gegensätzlich; unvereinbar; unverträglich; widersprüchlich
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hiertegen	entgegengesetzt; gegensätzlich; unvereinbar; unverträglich; widersprüchlich
weder	entgegengesetzt; gegensätzlich; wieder zurück
weer	entgegengesetzt; gegensätzlich; wieder zurück	abermals; auf's Neue; noch einmeal; nochmals; wieder; wiederum
weerom	entgegengesetzt; gegensätzlich; wieder zurück
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
weer		Wetter
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contrasterend	gegensätzlich
tegen	entgegengesetzt; gegensätzlich; unvereinbar; unverträglich; widersprüchlich	anti; dagegen; entgegen; gegen; kontra; wider; zuwider

gegensätzlich

adjective

de negatieve waarde van iets hebbend
- tegengesteld → entgegengesetzt; gegensätzlich

Cross Translation:

From	To	Via
• gegensätzlich	→ strijdig; tegengesteld; tegenliggend; tegenstaand; tegenstrijdig	↔ contradictoire — Qui implique contradiction.