Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal gegenüber

Vertaal gegenüber van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

gegenüber:
- tegenover; tegenoverliggend; aan de andere kant; aan de overkant; hiertegenover; aan de overzijde; en face; daarentegen; anderzijds; daartegenover
Wiktionary:
- gegenüber → t.o.v., ten opzichte van, tegenover
- gegenüber → tegenwerkend, tegenwerkende, tegenover

Duits

Uitgebreide vertaling voor gegenüber (Duits) in het Nederlands

gegenüber:

gegenüber bijvoeglijk naamwoord

gegenüber
tegenover
- tegenover bijwoord
gegenüber
tegenoverliggend; aan de andere kant; aan de overkant; hiertegenover; aan de overzijde
- tegenoverliggend bijvoeglijk naamwoord
- aan de andere kant bijvoeglijk naamwoord
- aan de overkant bijvoeglijk naamwoord
- hiertegenover bijwoord
- aan de overzijde bijvoeglijk naamwoord
gegenüber
en face
- en face bijvoeglijk naamwoord
gegenüber (andererseits; auf der anderen Seite; dagegen; demgegenüber; dem gegenüber)
daarentegen; anderzijds; daartegenover; aan de andere kant
- daarentegen bijwoord
- anderzijds bijwoord
- daartegenover bijwoord
- aan de andere kant bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gegenüber:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tegenoverliggend	gegenüber	gegenüber liegend
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anderzijds	andererseits; auf der anderen Seite; dagegen; dem gegenüber; demgegenüber; gegenüber
daarentegen	andererseits; auf der anderen Seite; dagegen; dem gegenüber; demgegenüber; gegenüber
daartegenover	andererseits; auf der anderen Seite; dagegen; dem gegenüber; demgegenüber; gegenüber
hiertegenover	gegenüber
tegenover	gegenüber
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aan de andere kant	andererseits; auf der anderen Seite; dagegen; dem gegenüber; demgegenüber; gegenüber
aan de overkant	gegenüber
aan de overzijde	gegenüber
en face	gegenüber

Synoniemen voor "gegenüber":

gegensätzlich; im Gegensatz zu; im Unterschied zu; im Vergleich zu; oppositionell
auf der anderen Seite; vis-a-vis; vis-à-vis

Wiktionary: gegenüber

gegenüber

adverb

(modale) Präposition mit dem Dativ: in Bezug auf, im Gegensatz zu
- gegenüber → t.o.v.; ten opzichte van; tegenover
(lokale) Präposition mit dem Dativ: auf der anderen (entgegengesetzten) Seite
- gegenüber → tegenover
Lokaladverb: auf der anderen (entgegengesetzten) Seite
- gegenüber → tegenover

Cross Translation:

From	To	Via
• gegenüber	→ tegenwerkend; tegenwerkende	↔ cross — opposite, opposed to
• gegenüber	→ tegenover	↔ opposite — in an opposite position
• gegenüber	→ tegenover	↔ opposite — across from
• gegenüber	→ tegenover	↔ vis-à-vis — opposite

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van gegenüber