Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. geblümt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor geblümt (Duits) in het Nederlands

geblümt:

geblümt bijvoeglijk naamwoord

  1. geblümt
    gebloemd
  2. geblümt (farbenfroh; farbig; frisch; blühend; farbenfreudig)
    kleurig; bloeiend; fleurig
  3. geblümt (blühend; frisch)
    fleurig; florissant

Vertaal Matrix voor geblümt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fleurig blühend; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt ausgelassen; begeistert; blühend; farbig; frisch; fröhlich; heiter; knallbunt; lustig; munter
florissant blühend; frisch; geblümt blühend
gebloemd geblümt
kleurig blühend; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt ausgelassen; begeistert; bunt; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; fröhlich; heiter; knallbunt; lustig; munter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloeiend blühend; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; frisch; geblümt blühend

Wiktionary: geblümt

geblümt
adjective
  1. met bloemversieringen