Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor gebürtig (Duits) in het Nederlands

gebürtig:

gebürtig bijvoeglijk naamwoord

  1. gebürtig (geboren; geschaffen; gemacht; erschaffen; kreiert)
    geboren; ter wereld gekomen; geschapen
  2. gebürtig
    van geboorte

Vertaal Matrix voor gebürtig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geboren erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert
geschapen erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert erschaffen; gemacht; geschaffen; gesegnet; kreiert
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ter wereld gekomen erschaffen; geboren; gebürtig; gemacht; geschaffen; kreiert geboren; zur Welt gekommen
van geboorte gebürtig

Synoniemen voor "gebürtig":


Wiktionary: gebürtig


Cross Translation:
FromToVia
gebürtig geboorte-; moeder-; aangeboren native — belonging to one by birth
gebürtig oorspronkelijk; ingeboren; inheems; geboren en getogen native — characteristic of or relating to people inhabiting a region from the beginning