Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- garantiert:
- garantieren:
-
Wiktionary:
- garantieren → waarborgen, garanderen
- garantieren → garanderen
Duits
Uitgebreide vertaling voor garantiert (Duits) in het Nederlands
garantiert:
-
garantiert
garanderend-
garanderend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor garantiert:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
garanderend | garantiert |
garantiert vorm van garantieren:
-
garantieren (sicherstellen; gewährleisten)
-
garantieren
-
garantieren (gewährleisten; sicherstellen; zusichern)
-
garantieren (gewährleisten; sicherstellen)
Conjugations for garantieren:
Präsens
- garantiere
- garantierst
- garantiert
- garantieren
- garantiert
- garantieren
Imperfekt
- garantierte
- garantiertest
- garantierte
- garantierten
- garantiertet
- garantierten
Perfekt
- habe garantiert
- hast garantiert
- hat garantiert
- haben garantiert
- habt garantiert
- haben garantiert
1. Konjunktiv [1]
- garantiere
- garantierest
- garantiere
- garantieren
- garantieret
- garantieren
2. Konjunktiv
- garantierte
- garantiertest
- garantierte
- garantierten
- garantiertet
- garantierten
Futur 1
- werde garantieren
- wirst garantieren
- wird garantieren
- werden garantieren
- werdet garantieren
- werden garantieren
1. Konjunktiv [2]
- würde garantieren
- würdest garantieren
- würde garantieren
- würden garantieren
- würdet garantieren
- würden garantieren
Diverses
- garantiere!
- garantiert!
- garantieren Sie!
- garantiert
- garantierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor garantieren:
Synoniemen voor "garantieren":
Wiktionary: garantieren
garantieren
Cross Translation:
verb
garantieren
-
etwas zusichern
- garantieren → waarborgen
verb
-
de uitkomst ergens van verzekeren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• garantieren | → garanderen | ↔ guarantee — to assure that something will get done right |
• garantieren | → garanderen | ↔ warrant — to guarantee |