Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. freiwillig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor freiwillig (Duits) in het Nederlands

freiwillig:

freiwillig bijvoeglijk naamwoord

  1. freiwillig (spontan; zwanglos; ungekünstelt; )
    vrijwillig; spontaan; uit vrije wil; onverplicht
  2. freiwillig
    uit zichzelf

Vertaal Matrix voor freiwillig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onverplicht frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
spontaan frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
vrijwillig frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uit vrije wil frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
uit zichzelf freiwillig selbständig

Synoniemen voor "freiwillig":


Wiktionary: freiwillig


Cross Translation:
FromToVia
freiwillig vrijwillig voluntarily — in a voluntary manner
freiwillig vrijwillig voluntary — done, given, or acting of one's own free will