Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- fortgeschritten:
- fortschreiten:
-
Wiktionary:
- fortgeschritten → gevorderd
- fortschreiten → voortschrijden
- fortschreiten → opschieten, veld winnen, vlotten, vooruitgaan, vorderen, voorgaan, voorlopen, avanceren, in rang opklimmen, overgaan, oprukken, promotie maken, voorafgaan, voor zijn, voorwaarts gaan
Duits
Uitgebreide vertaling voor fortgeschritten (Duits) in het Nederlands
fortgeschritten:
-
fortgeschritten (neuste)
geavanceerde; laatste; allernieuwste-
geavanceerde bijvoeglijk naamwoord
-
laatste bijvoeglijk naamwoord
-
allernieuwste bijvoeglijk naamwoord
-
-
fortgeschritten (fortschrittlich; progressiv)
progressief; geavanceerd; vooruitstrevend-
progressief bijvoeglijk naamwoord
-
geavanceerd bijvoeglijk naamwoord
-
vooruitstrevend bijvoeglijk naamwoord
-
-
fortgeschritten (zeitgenössisch; modern; aktuell; kontemporän; zeitgemäß; neu; heutig; neuzeitlich; derzeitig; gleichzeitig; gegenwärtig; frisch; zugegen; unbenutzt)
hedendaags; modern; eigentijds-
hedendaags bijvoeglijk naamwoord
-
modern bijvoeglijk naamwoord
-
eigentijds bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor fortgeschritten:
Synoniemen voor "fortgeschritten":
Wiktionary: fortgeschritten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fortgeschritten | → gevorderd | ↔ advanced — at or close to state of the art |
fortschreiten:
fortschreiten werkwoord (schreite fort, schreitest fort, schreitet fort, schritt fort, schrittet fort, fortgeschritten)
-
fortschreiten (schreiten)
voortschrijden-
voortschrijden werkwoord (schrijd voort, schrijdt voort, schreed voort, schreden voort, voortgeschreden)
-
Conjugations for fortschreiten:
Präsens
- schreite fort
- schreitest fort
- schreitet fort
- schreiten fort
- schreitet fort
- schreiten fort
Imperfekt
- schritt fort
- schrittest fort
- schritt fort
- schritten fort
- schrittet fort
- schritten fort
Perfekt
- bin fortgeschritten
- bist fortgeschritten
- ist fortgeschritten
- sind fortgeschritten
- seid fortgeschritten
- sind fortgeschritten
1. Konjunktiv [1]
- fortschreite
- fortschreitest
- fortschreite
- fortschreiten
- fortschreitet
- fortschreiten
2. Konjunktiv
- fortschritte
- fortschrittest
- fortschritte
- fortschritten
- fortschrittet
- fortschritten
Futur 1
- werde fortschritten
- wirst fortschritten
- wird fortschritten
- werden fortschritten
- werdet fortschritten
- werden fortschritten
1. Konjunktiv [2]
- würde fortschritten
- würdest fortschritten
- würde fortschritten
- würden fortschritten
- würdet fortschritten
- würden fortschritten
Diverses
- schreite fort!
- schreitet fort!
- schreiten Sie fort!
- fortgeschritten
- fortschreitend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor fortschreiten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
voortschrijden | fortschreiten; schreiten |
Synoniemen voor "fortschreiten":
Wiktionary: fortschreiten
fortschreiten
Cross Translation:
verb
-
geleidelijk verder verlopen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fortschreiten | → opschieten; veld winnen; vlotten; vooruitgaan; vorderen; voorgaan; voorlopen; avanceren; in rang opklimmen; overgaan; oprukken; promotie maken; voorafgaan; voor zijn; voorwaarts gaan | ↔ avancer — pousser en avant, porter en avant. |
• fortschreiten | → opschieten; veld winnen; vlotten; vooruitgaan; vorderen | ↔ progresser — Faire des progrès. |