Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- flüchtig:
-
Wiktionary:
- flüchtig → ongrijpbaar, kortstondig, vergankelijk, vluchtig, voortvluchtige, voortvluchtig, voorbijgaand, plichtmatig, machinaal
Duits
Uitgebreide vertaling voor flüchtig (Duits) in het Nederlands
flüchtig:
-
flüchtig
vluchtig; kortstondig; terloops; haastig-
vluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
kortstondig bijvoeglijk naamwoord
-
terloops bijvoeglijk naamwoord
-
haastig bijvoeglijk naamwoord
-
-
flüchtig
voortvluchtig-
voortvluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
flüchtig (beiläufig)
losjes; terloops; in het voorbijgaan-
losjes bijwoord
-
terloops bijvoeglijk naamwoord
-
in het voorbijgaan bijvoeglijk naamwoord
-
-
flüchtig (oberflächlich)
vluchtelings-
vluchtelings bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor flüchtig:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
haastig | flüchtig | gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; rasch; schnell; überstürzt |
kortstondig | flüchtig | aushilfsweise; provisorisch; temporär; vorübergehend; zeitlich; zeitweilig |
terloops | beiläufig; flüchtig | seitlich |
vluchtig | flüchtig | |
voortvluchtig | flüchtig | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
losjes | beiläufig; flüchtig | spielerisch |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
in het voorbijgaan | beiläufig; flüchtig | |
vluchtelings | flüchtig; oberflächlich |
Synoniemen voor "flüchtig":
Wiktionary: flüchtig
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• flüchtig | → ongrijpbaar | ↔ elusive — evading capture, comprehension or remembrance |
• flüchtig | → kortstondig; vergankelijk; vluchtig | ↔ ephemeral — lasting for a short period of time |
• flüchtig | → voortvluchtige; voortvluchtig | ↔ fugitive — fleeing or running away |
• flüchtig | → voorbijgaand | ↔ fugitive — transient, fleeting or ephemeral |
• flüchtig | → vluchtig | ↔ fugitive — elusive or difficult to retain |
• flüchtig | → plichtmatig; machinaal | ↔ perfunctory — performed out of routine, with little care |
• flüchtig | → voorbijgaand | ↔ transitory — lasting only a short time |