Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fertig haben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor fertig haben (Duits) in het Nederlands

fertig haben:

fertig haben werkwoord

  1. fertig haben
    klaarhebben; afhebben
    • klaarhebben werkwoord (heb klaar, hebt klaar, had klaar, hadden klaar, klaar gehad)
    • afhebben werkwoord

Vertaal Matrix voor fertig haben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klaarhebben Fertig haben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afhebben fertig haben
klaarhebben fertig haben

Verwante vertalingen van fertig haben