Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fanatisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor fanatisch (Duits) in het Nederlands

fanatisch:

fanatisch bijvoeglijk naamwoord

  1. fanatisch (besessen; eifrig)
    bezeten; fanatiek
  2. fanatisch (besessen; hingebungsvoll)
    bezetene; fanatieke
  3. fanatisch (schwärmerisch)
    dweepziek; dweperig

Vertaal Matrix voor fanatisch:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezeten besessen; eifrig; fanatisch
dweepziek fanatisch; schwärmerisch
dweperig fanatisch; schwärmerisch
fanatiek besessen; eifrig; fanatisch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bezetene besessen; fanatisch; hingebungsvoll
fanatieke besessen; fanatisch; hingebungsvoll

Synoniemen voor "fanatisch":


Wiktionary: fanatisch


Cross Translation:
FromToVia
fanatisch dweepziek; dwepend; fanatiek fanatique — Qui emporter par une passion excessive pour la politique ou la religion.