Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fahrlässig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor fahrlässig (Duits) in het Nederlands

fahrlässig:

fahrlässig bijvoeglijk naamwoord

  1. fahrlässig (nachlässig; lässig; unsorgfältig; )
    nalatig
  2. fahrlässig (durcheinander; zerzaust; schlampig; )
    door elkaar; dooreen

Vertaal Matrix voor fahrlässig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nalatig fahrlässig; gedankenlos; lässig; nachlässig; schlampig; säumig; unsorgfältig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dooreen durcheinander; fahrlässig; kunterbunt; schlampig; sorglos; unachtsam; unordentlich; zerzaust durcheinander; über den Haufen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
door elkaar durcheinander; fahrlässig; kunterbunt; schlampig; sorglos; unachtsam; unordentlich; zerzaust

Synoniemen voor "fahrlässig":


Wiktionary: fahrlässig


Cross Translation:
FromToVia
fahrlässig achteloos; onbedachtzaam; onvoorzichtig careless — not giving sufficient attention or thought
fahrlässig nalatig negligent — culpable due to negligence