Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor führend (Duits) in het Nederlands

führend:

führend bijvoeglijk naamwoord

  1. führend (vor allen; davor; leitend; tonangebend)
    voorop; vooraan; leidend; voorin
  2. führend (leitend)
    leidinggevend; leidend
  3. führend (anführend; leitend; tonangebend)
    leidend; eerste; aanvoerend
  4. führend (maßgebend; Ton angebend)
    toonaangevend; gezichtsbepalend
  5. führend (wegweisend)
    richtinggevend

Vertaal Matrix voor führend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eerste erster
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gezichtsbepalend Ton angebend; führend; maßgebend
leidinggevend führend; leitend
richtinggevend führend; wegweisend
toonaangevend Ton angebend; führend; maßgebend leitend; maßgebend; tonangebend; voranstehende
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vooraan davor; führend; leitend; tonangebend; vor allen vorneweg
voorin davor; führend; leitend; tonangebend; vor allen
voorop davor; führend; leitend; tonangebend; vor allen
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
voorop vorauf
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoerend anführend; führend; leitend; tonangebend
eerste anführend; führend; leitend; tonangebend erste; erster; erstes
leidend anführend; davor; führend; leitend; tonangebend; vor allen

Synoniemen voor "führend":


Wiktionary: führend

führend
adjective
  1. gezaghebbend