Duits
Uitgebreide vertaling voor extra (Duits) in het Nederlands
extra:
-
extra (beigefügt; beigeordnet)
-
extra (mit Vorbedacht; absichtlich; vorsätzlich)
opzettelijk; moedwillig; voorbedacht; met opzet; expres-
opzettelijk bijvoeglijk naamwoord
-
moedwillig bijvoeglijk naamwoord
-
voorbedacht bijvoeglijk naamwoord
-
met opzet bijvoeglijk naamwoord
-
expres bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor extra:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
expres | absichtlich; extra; mit Vorbedacht; vorsätzlich | absichtlich; mit Vorbedacht; vorsätzlich; wohlerwogen; wohlüberlegt |
extra | beigefügt; beigeordnet; extra | |
moedwillig | absichtlich; extra; mit Vorbedacht; vorsätzlich | absichtlich; mit Vorbedacht; vorsätzlich; wohlerwogen; wohlüberlegt |
opzettelijk | absichtlich; extra; mit Vorbedacht; vorsätzlich | absichtlich; mit Vorbedacht; vorsätzlich; wohlerwogen; wohlüberlegt |
toegevoegd | beigefügt; beigeordnet; extra | |
voorbedacht | absichtlich; extra; mit Vorbedacht; vorsätzlich | absichtlich; mit Vorbedacht; vorsätzlich; wohlerwogen; wohlüberlegt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
met opzet | absichtlich; extra; mit Vorbedacht; vorsätzlich | absichtlich; vorsätzlich |
Synoniemen voor "extra":
Wiktionary: extra
extra
adjective
-
opzettelijk