Uitgebreide vertaling voor etwas aufgeben (Duits) in het Nederlands
etwas aufgeben:
-
ophouden;
stoppen;
ermee uitscheiden;
opgeven;
staken;
uitscheiden
-
ophouden
werkwoord
(houd op, houdt op, hield op, hielden op, opgehouden)
-
stoppen
werkwoord
(stop, stopt, stopte, stopten, gestopt)
-
-
opgeven
werkwoord
(geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
-
staken
werkwoord
(staak, staakt, staakte, staakten, gestaakt)
-
uitscheiden
werkwoord
(scheid uit, scheidt uit, scheidde uit, scheidden uit, uitgescheiden)
Vertaal Matrix voor etwas aufgeben:
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van etwas aufgeben