Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. etikettiert:
  2. etikettieren:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor etikettiert (Duits) in het Nederlands

etikettiert:

etikettiert bijvoeglijk naamwoord

  1. etikettiert (bedruckt)
    bedrukt; met een opdruk; gedrukt

Vertaal Matrix voor etikettiert:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrukt bedruckt; etikettiert bedrückt; betrübt; gedrückt; niedergeschlagen
gedrukt bedruckt; etikettiert bedrückt; betrübt; gedrückt; niedergeschlagen; trübsinnig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
met een opdruk bedruckt; etikettiert

etikettieren:

etikettieren werkwoord (etikettiere, etikettierst, etikettiert, etikettierte, etikettiertet, etikettiert)

  1. etikettieren
    etiketteren; van etiket voorzien
    • etiketteren werkwoord (etiketteer, etiketteert, etiketteerde, etiketteerden, geëtiketteerd)
    • van etiket voorzien werkwoord (voorzie van etiket, voorziet van etiket, voorzag van etiket, voorzagen van etiket, van etiket voorzien)
  2. etikettieren
    beplakken
    • beplakken werkwoord (beplak, beplakt, beplakte, beplakten, beplakt)

Conjugations for etikettieren:

Präsens
  1. etikettiere
  2. etikettierst
  3. etikettiert
  4. etikettieren
  5. etikettiert
  6. etikettieren
Imperfekt
  1. etikettierte
  2. etikettiertest
  3. etikettierte
  4. etikettierten
  5. etikettiertet
  6. etikettierten
Perfekt
  1. habe etikettiert
  2. hast etikettiert
  3. hat etikettiert
  4. haben etikettiert
  5. habt etikettiert
  6. haben etikettiert
1. Konjunktiv [1]
  1. etikettiere
  2. etikettierest
  3. etikettiere
  4. etikettieren
  5. etikettieret
  6. etikettieren
2. Konjunktiv
  1. etikettierte
  2. etikettiertest
  3. etikettierte
  4. etikettierten
  5. etikettiertet
  6. etikettierten
Futur 1
  1. werde etikettieren
  2. wirst etikettieren
  3. wird etikettieren
  4. werden etikettieren
  5. werdet etikettieren
  6. werden etikettieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde etikettieren
  2. würdest etikettieren
  3. würde etikettieren
  4. würden etikettieren
  5. würdet etikettieren
  6. würden etikettieren
Diverses
  1. etikettiere!
  2. etikettiert!
  3. etikettieren Sie!
  4. etikettiert
  5. etikettierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor etikettieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beplakken etikettieren
etiketteren etikettieren Etikettierung von Bioprodukten; Markierung
van etiket voorzien etikettieren

Wiktionary: etikettieren


Cross Translation:
FromToVia
etikettieren prijzen; aanbrengen; etiket; etiketteren label — put a ticket or sign on
etikettieren categoriseren; bestempelen label — give a label to in order to categorise