Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor erbeuten (Duits) in het Nederlands

erbeuten:

erbeuten werkwoord

  1. erbeuten (verpflegen; ernähren; speisen; füttern)
    azen; prooizoeken

Vertaal Matrix voor erbeuten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
azen Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
azen erbeuten; ernähren; füttern; speisen; verpflegen
prooizoeken erbeuten; ernähren; füttern; speisen; verpflegen

Synoniemen voor "erbeuten":


Wiktionary: erbeuten


Cross Translation:
FromToVia
erbeuten beetkrijgen; beetnemen; pakken; vangen; vastpakken; vatten attraper — Prendre à une trappe, à un piège ou à quelque chose de semblable.
erbeuten beetkrijgen; beetnemen; pakken; vangen; vastpakken; vatten capturers’emparer d’un être vivant ou d’une chose.
erbeuten aanslaan; confisqueren; in beslag nemen; verbeurd verklaren saisir — Arrêter, retenir par voie de saisie.

Computer vertaling door derden: