Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor eisig (Duits) in het Nederlands

eisig:

eisig bijvoeglijk naamwoord

  1. eisig (unter Null; frostig; eiskalt)
    vriezend; onder nul
  2. eisig (eiskalt; frostig)
    ijskoud; stervenskoud
  3. eisig (eiskalt; grausig; kalt; )
    ijzig; ijskoud; steenkoud; bitterkoud

Vertaal Matrix voor eisig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bitterkoud eisig; eiskalt; frostig; grauenerregend; grausig; gräßlich; kalt; kaltschnäuzig; schauderhaft; scheußlich kalt; steinern
ijskoud eisig; eiskalt; frostig; grauenerregend; grausig; gräßlich; kalt; kaltschnäuzig; schauderhaft; scheußlich kalt; steinern
ijzig eisig; eiskalt; frostig; grauenerregend; grausig; gräßlich; kalt; kaltschnäuzig; schauderhaft; scheußlich kalt; steinern
steenkoud eisig; eiskalt; frostig; grauenerregend; grausig; gräßlich; kalt; kaltschnäuzig; schauderhaft; scheußlich kalt; steinern
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onder nul eisig; eiskalt; frostig; unter Null
stervenskoud eisig; eiskalt; frostig
vriezend eisig; eiskalt; frostig; unter Null

Synoniemen voor "eisig":