Duits
Uitgebreide vertaling voor eisig (Duits) in het Nederlands
eisig:
-
eisig (unter Null; frostig; eiskalt)
-
eisig (eiskalt; frostig)
-
eisig (eiskalt; grausig; kalt; gräßlich; frostig; steinern; schauderhaft; kaltschnäuzig; grauenerregend; scheußlich kalt)
ijzig; ijskoud; steenkoud; bitterkoud-
ijzig bijvoeglijk naamwoord
-
ijskoud bijvoeglijk naamwoord
-
steenkoud bijvoeglijk naamwoord
-
bitterkoud bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor eisig:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bitterkoud | eisig; eiskalt; frostig; grauenerregend; grausig; gräßlich; kalt; kaltschnäuzig; schauderhaft; scheußlich kalt; steinern | |
ijskoud | eisig; eiskalt; frostig; grauenerregend; grausig; gräßlich; kalt; kaltschnäuzig; schauderhaft; scheußlich kalt; steinern | |
ijzig | eisig; eiskalt; frostig; grauenerregend; grausig; gräßlich; kalt; kaltschnäuzig; schauderhaft; scheußlich kalt; steinern | |
steenkoud | eisig; eiskalt; frostig; grauenerregend; grausig; gräßlich; kalt; kaltschnäuzig; schauderhaft; scheußlich kalt; steinern | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onder nul | eisig; eiskalt; frostig; unter Null | |
stervenskoud | eisig; eiskalt; frostig | |
vriezend | eisig; eiskalt; frostig; unter Null |