Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal einweichen

Vertaal einweichen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. einweichen:

Duits

Uitgebreide vertaling voor einweichen (Duits) in het Nederlands

einweichen:

einweichen werkwoord (weiche ein, weichst ein, weicht ein, weichte ein, weichtet ein, eingeweicht)

  1. einweichen (quellen; aufweichen)
    ontharden; week maken; verweken; zachtmaken; in de week zetten
    • ontharden werkwoord (onthard, onthardt, onthardde, onthardden, onthard)
    • week maken werkwoord
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
    • zachtmaken werkwoord (maak zacht, maakt zacht, maakte zacht, maakten zacht, zacht gemaakt)
    • in de week zetten werkwoord
    weken
    – in water zetten om week te laten worden of om vuil los te maken 1
    • weken werkwoord (week, weekt, weekte, weekten, geweekt)
      • deze spijkerbroeken moet ik eerst weken met Biotex1
  2. einweichen (enthärten; weich werden; aufweichen; erweichen)
    ontharden; verweken; zachtmaken
    • ontharden werkwoord (onthard, onthardt, onthardde, onthardden, onthard)
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
    • zachtmaken werkwoord (maak zacht, maakt zacht, maakte zacht, maakten zacht, zacht gemaakt)
  3. einweichen (weichen)
    inweken
    • inweken werkwoord (week in, weekt in, weekte in, weekten in, ingeweekt)
  4. einweichen (aufweichen; erweichen; weich werden)
    week worden; verweken
    • week worden werkwoord
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)

Conjugations for einweichen:

Präsens
  1. weiche ein
  2. weichst ein
  3. weicht ein
  4. weichen ein
  5. weicht ein
  6. weichen ein
Imperfekt
  1. weichte ein
  2. weichtest ein
  3. weichte ein
  4. weichten ein
  5. weichtet ein
  6. weichten ein
Perfekt
  1. habe eingeweicht
  2. hast eingeweicht
  3. hat eingeweicht
  4. haben eingeweicht
  5. habt eingeweicht
  6. haben eingeweicht
1. Konjunktiv [1]
  1. weiche ein
  2. weichest ein
  3. weiche ein
  4. weichen ein
  5. weichet ein
  6. weichen ein
2. Konjunktiv
  1. weichte ein
  2. weichtest ein
  3. weichte ein
  4. weichten ein
  5. weichtet ein
  6. weichten ein
Futur 1
  1. werde einweichen
  2. wirst einweichen
  3. wird einweichen
  4. werden einweichen
  5. werdet einweichen
  6. werden einweichen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde einweichen
  2. würdest einweichen
  3. würde einweichen
  4. würden einweichen
  5. würdet einweichen
  6. würden einweichen
Diverses
  1. weich ein!
  2. weicht ein!
  3. weichen Sie ein!
  5. eingeweicht
  6. einweichend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor einweichen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inweken Einweichen; Weichen
weken Einweichen; Weichen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in de week zetten aufweichen; einweichen; quellen
inweken einweichen; weichen
ontharden aufweichen; einweichen; enthärten; erweichen; quellen; weich werden
verweken aufweichen; einweichen; enthärten; erweichen; quellen; weich werden
week maken aufweichen; einweichen; quellen
week worden aufweichen; einweichen; erweichen; weich werden
weken aufweichen; einweichen; quellen
zachtmaken aufweichen; einweichen; enthärten; erweichen; quellen; weich werden

Synoniemen voor "einweichen":








Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0260 seconde
Page rendered in 1.0 seconds