Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor einsatzbereit (Duits) in het Nederlands

einsatzbereit:

einsatzbereit bijvoeglijk naamwoord

  1. einsatzbereit (fertig; aus; beendet; )
    voltooid; over; klaar; uit; afgelopen; geëindigd; gereed; voorbij; afgedaan; af
  2. einsatzbereit (parat; fertig; klar; bereit)
    paraat; gereed; klaar
    • paraat bijvoeglijk naamwoord
    • gereed bijvoeglijk naamwoord
    • klaar bijvoeglijk naamwoord
  3. einsatzbereit (operationell; gebrauchsfähig; einsetzbar)
    operationeel
  4. einsatzbereit (klar; bereit; geneigt; parat)
    bereidvaardig; gewillig

Vertaal Matrix voor einsatzbereit:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgedaan aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet
afgelopen aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet aus; beendet; fertig; vollendet; vorig
bereidvaardig bereit; einsatzbereit; geneigt; klar; parat bereitwillig; gutherzig; gutwillig; wohlwollend
gereed aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet aus; beendet; bereit; fertig; gar; vollendet
gewillig bereit; einsatzbereit; geneigt; klar; parat bequem; dienstbereit; dienstfertig; entgegenkommend; folgsam; fügsam; gefällig; gefügig; gehorsam; leicht zu bearbeiten; nachgiebig
klaar aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet aus; beendet; fertig; heiter; hell; klar; unbewölkt; vollendet; wolkenlos
operationeel einsatzbereit; einsetzbar; gebrauchsfähig; operationell
paraat bereit; einsatzbereit; fertig; klar; parat aufmerksam; bedacht; bedachtsam; behutsam; besonnen; umsichtig; vorsichtig; wachsam
voorbij aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet aus; beendet; darüber; fertig; fällig; um; verstrichen; vollendet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
af aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet aus; beendet; fertig; hinab; vollendet
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geëindigd aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet aus; beendet; fertig; vollendet
over aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet aus; beendet; darüber; fertig; vollendet; vorbei; vorüber; über
uit aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet ab jetzt; aus; beendet; fertig; vollendet; von hier
voltooid aus; beendet; bereit; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; parat; vollendet aus; beendet; fertig; vollendet

Synoniemen voor "einsatzbereit":

  • Gewehr bei Fuß