Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. einjeder:


Duits

Uitgebreide vertaling voor einjeder (Duits) in het Nederlands

einjeder:

einjeder bijvoeglijk naamwoord

  1. einjeder (jeder; alle; jedes; jede)
    iedereen; ieder; elk; elkeen; allen
    • iedereen bijvoeglijk naamwoord
    • ieder bijvoeglijk naamwoord
    • elk bijvoeglijk naamwoord
    • elkeen bijvoeglijk naamwoord
    • allen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor einjeder:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allen alle; einjeder; jede; jeder; jedes alle
elk alle; einjeder; jede; jeder; jedes jede
elkeen alle; einjeder; jede; jeder; jedes
ieder alle; einjeder; jede; jeder; jedes
iedereen alle; einjeder; jede; jeder; jedes