Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal eigenständig

Vertaal eigenständig van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

eigenständig:
- nationaal; vaderlands; apart; afzonderlijk
Wiktionary:
- eigenständig → zelfredzaam, zelfstandig
- eigenständig → autonoom

Duits

Uitgebreide vertaling voor eigenständig (Duits) in het Nederlands

eigenständig:

eigenständig bijvoeglijk naamwoord

eigenständig (vaterländisch; national; bodenständig)
nationaal; vaderlands
- nationaal bijvoeglijk naamwoord
- vaderlands bijvoeglijk naamwoord
eigenständig (separat; diskret)
apart; afzonderlijk
- apart bijvoeglijk naamwoord
- afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor eigenständig:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzonderlijk	diskret; eigenständig; separat	abgeschieden; abgesondert; abgschieden; absonderlich; alleinstehend; apart; einmalig; einzeln; einzelstehend; einzig; freistehend; gesondert; getrennt; jeder für sich; separat; vereinzelt
apart	diskret; eigenständig; separat	abgeschieden; abgesondert; abgschieden; absonderlich; alleinstehend; apart; außergewöhnlich; außerordentlich; besonder; besonders; bizarr; eigen; eigenartig; eigentümlich; einmalig; einzeln; einzelstehend; einzig; einzig in seiner Art; exklusiv; exklusive; extravagant; extrem; exzentrisch; freistehend; fremd; fremdartig; gesondert; getrennt; jeder für sich; kurios; merkwürdig; seltsam; separat; sonderbar; ungewöhnlich; vereinzelt; von einander getrennt; wunderlich
nationaal	bodenständig; eigenständig; national; vaterländisch	national
vaderlands	bodenständig; eigenständig; national; vaterländisch

Synoniemen voor "eigenständig":

auf eigene Faust; autark; autonom; eigenverantwortlich; in Eigenregie; selbstbestimmt; selbstständig; selbständig; unabhängig
autokephal; mit eigenem Oberhaupt

Wiktionary: eigenständig

eigenständig

adjective

„mit eigenem Stand“, in selbstständiger, unabhängiger Position
- eigenständig → zelfredzaam; zelfstandig

Cross Translation:

From	To	Via
• eigenständig	→ autonoom	↔ autonome — Qui se diriger ou se contrôler soi-même.

Computer vertaling door derden: