Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal egalisieren

Vertaal egalisieren van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. egalisieren:

Duits

Uitgebreide vertaling voor egalisieren (Duits) in het Nederlands

egalisieren:

egalisieren werkwoord (egalisiere, egalisierst, egalisiert, egalisierte, egalisiertet, egalisiert)

  1. egalisieren (flächen; polieren; bügeln; )
    egaliseren; gelijkmaken; effenen; gladmaken
    • egaliseren werkwoord (egaliseer, egaliseert, egaliseerde, egaliseerden, geëgaliseerd)
    • gelijkmaken werkwoord (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
    • effenen werkwoord (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
    • gladmaken werkwoord (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
  2. egalisieren (ebnen; nivellieren; ausgleichen)
    gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
    • gelijkmaken werkwoord (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
    • nivelleren werkwoord (nivelleer, nivelleert, nivelleerde, nivelleerden, genivelleerd)
    • vlak maken werkwoord
  3. egalisieren (aufräumen; ausräumen; abräumen; )
    opruimen; afdekken; afruimen
    • opruimen werkwoord (ruim op, ruimt op, ruimde op, ruimden op, opgeruimd)
    • afdekken werkwoord (dek af, dekt af, dekte af, dekten af, afgedekt)
    • afruimen werkwoord (ruim af, ruimt af, ruimde af, ruimden af, afgeruimd)
  4. egalisieren (ebnen; abplatten)
    effenen; platmaken; afplatten
    • effenen werkwoord (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
    • platmaken werkwoord (maak plat, maakt plat, maakte plat, maakten plat, plat gemaakt)
    • afplatten werkwoord (plat af, platte af, platten af, afgeplat)
  5. egalisieren (glätten; ebnen; ausstreichen)
    vereffenen; effenen; egaliseren
    • vereffenen werkwoord (vereffen, vereffent, vereffende, vereffenden, vereffend)
    • effenen werkwoord (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
    • egaliseren werkwoord (egaliseer, egaliseert, egaliseerde, egaliseerden, geëgaliseerd)

Conjugations for egalisieren:

Präsens
  1. egalisiere
  2. egalisierst
  3. egalisiert
  4. egalisieren
  5. egalisiert
  6. egalisieren
Imperfekt
  1. egalisierte
  2. egalisiertest
  3. egalisierte
  4. egalisierten
  5. egalisiertet
  6. egalisierten
Perfekt
  1. habe egalisiert
  2. hast egalisiert
  3. hat egalisiert
  4. haben egalisiert
  5. habt egalisiert
  6. haben egalisiert
1. Konjunktiv [1]
  1. egalisiere
  2. egalisierest
  3. egalisiere
  4. egalisieren
  5. egalisieret
  6. egalisieren
2. Konjunktiv
  1. egalisierte
  2. egalisiertest
  3. egalisierte
  4. egalisierten
  5. egalisiertet
  6. egalisierten
Futur 1
  1. werde egalisieren
  2. wirst egalisieren
  3. wird egalisieren
  4. werden egalisieren
  5. werdet egalisieren
  6. werden egalisieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde egalisieren
  2. würdest egalisieren
  3. würde egalisieren
  4. würden egalisieren
  5. würdet egalisieren
  6. würden egalisieren
Diverses
  1. egalisier!
  2. egalisiert!
  3. egalisieren Sie!
  5. egalisiert
  6. egalisierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor egalisieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdekken Abblenden; Abdecken; Abschirmen; Beschützen
gelijkmaken Angleichen; Assimilieren; Ebnen; Nivellieren
nivelleren Angleichen; Assimilieren; Ebnen; Nivellieren
vereffenen Abrechnen
vlak maken Abflachen; Abgraben; Glättem
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdekken abblenden; abdecken; abmontieren; abnehmen; abräumen; abschirmen; abziehen; anstellen; aufhellen; aufklären; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; beheben; benehmen; beseitigen; blenden; decken; egalisieren; einräumen; enteignen; entheben; entnehmen; erleichtern; erlöschen; fallen; klarwerden; schaukeln; schwinden; sinken; verfallen; wegräumen abblenden; abdecken; abgrenzen; abschirmen; absperren; abzäunen; begrenzen; umzäunen
afplatten abplatten; ebnen; egalisieren
afruimen abblenden; abdecken; abmontieren; abnehmen; abräumen; abschirmen; abziehen; anstellen; aufhellen; aufklären; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; beheben; benehmen; beseitigen; blenden; decken; egalisieren; einräumen; enteignen; entheben; entnehmen; erleichtern; erlöschen; fallen; klarwerden; schaukeln; schwinden; sinken; verfallen; wegräumen abräumen
effenen abplatten; ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
egaliseren ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
gelijkmaken ausbügeln; ausgleichen; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; nivellieren; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
gladmaken ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln abscheuern; aufpolieren; ausrüsten; feilen; glattstreichen; glätten; herausputzen; polieren; schaben; scheuern; schleifen; schlichten; schmirgeln
nivelleren ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren
opruimen abblenden; abdecken; abmontieren; abnehmen; abräumen; abschirmen; abziehen; anstellen; aufhellen; aufklären; aufräumen; ausräumen; ausverkaufen; beheben; benehmen; beseitigen; blenden; decken; egalisieren; einräumen; enteignen; entheben; entnehmen; erleichtern; erlöschen; fallen; klarwerden; schaukeln; schwinden; sinken; verfallen; wegräumen abdecken; abräumen; aufbewahren; aufheben; aufräumen; ausmisten; ausräumen; ausverkaufen; bergen; bewahren; lagern; speichern; weglegen; wegräumen
platmaken abplatten; ebnen; egalisieren platt drücken; zerquetschen
vereffenen ausstreichen; ebnen; egalisieren; glätten abrechnen; abtragen; abzahlen; aufheben; auflösen; ausgleichen; begleichen; freikaufen; liquidieren; schließen; tilgen; verrechnen; zahlen
vlak maken ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
opruimen Aufräumen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0419 seconde
Page rendered in 1.0 seconds