Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- durchqueren:
-
Wiktionary:
- durchqueren → doorkruisen, rijden door, doorlezen, afleggen, aflopen, doorgaan, gaan door
Duits
Uitgebreide vertaling voor durchqueren (Duits) in het Nederlands
durchqueren:
-
durchqueren (überqueren)
dwars oversteken-
dwars oversteken werkwoord (steek dwars over, steekt dwars over, stak dwars over, staken dwars over, dwars overgestoken)
-
Conjugations for durchqueren:
Präsens
- durchquere
- durchquerst
- durchquert
- durchqueren
- durchquert
- durchqueren
Imperfekt
- durchquerte
- durchquertest
- durchquerte
- durchquerten
- durchquertet
- durchquerten
Perfekt
- habe durchquert
- hast durchquert
- hat durchquert
- haben durchquert
- habt durchquert
- haben durchquert
1. Konjunktiv [1]
- durchquere
- durchquerest
- durchquere
- durchqueren
- durchqueret
- durchqueren
2. Konjunktiv
- durchquerte
- durchquertest
- durchquerte
- durchquerten
- durchquertet
- durchquerten
Futur 1
- werde durchqueren
- wirst durchqueren
- wird durchqueren
- werden durchqueren
- werdet durchqueren
- werden durchqueren
1. Konjunktiv [2]
- würde durchqueren
- würdest durchqueren
- würde durchqueren
- würden durchqueren
- würdet durchqueren
- würden durchqueren
Diverses
- durchquer!
- durchquert!
- durchqueren Sie!
- durchquert
- durchquerend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor durchqueren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dwars oversteken | durchqueren; überqueren |
Synoniemen voor "durchqueren":
Wiktionary: durchqueren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• durchqueren | → doorkruisen; rijden door; doorlezen; afleggen; aflopen; doorgaan; gaan door | ↔ parcourir — traverser un espace en divers sens. |