Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal durchhauen

Vertaal durchhauen van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

durchhauen:
- kloven; klieven; doormidden hakken; doorklieven; doorhakken; doorhouwen; in tweeën houwen

Duits

Uitgebreide vertaling voor durchhauen (Duits) in het Nederlands

durchhauen:

durchhauen werkwoord (haue durch, haust durch, haut durch, haute durch, hautet durch, durchgehaut)

durchhauen (spleißen; streichen; bersten; durchschneiden; splissen; schlagen; spalten)
kloven; klieven; doormidden hakken; doorklieven; doorhakken; doorhouwen; in tweeën houwen
- kloven werkwoord (kloof, klooft, kloofde, kloofden, gekloofd)
- klieven werkwoord (klief, klieft, kliefde, kliefden, gekliefd)
- doormidden hakken werkwoord
- doorklieven werkwoord (klief door, klieft door, kliefde door, kliefden door, doorgekliefd)
- doorhakken werkwoord (hak door, hakt door, hakte door, hakten door, doorgehakt)
- doorhouwen werkwoord (houw door, houwt door, houwde door, houwden door, doorgehouwd)
- in tweeën houwen werkwoord

Conjugations for durchhauen:

Präsens

haue durch
haust durch
haut durch
hauen durch
haut durch
hauen durch

Imperfekt

haute durch
hautest durch
haute durch
hauten durch
hautet durch
hauten durch

Perfekt

habe durchgehaut
hast durchgehaut
hat durchgehaut
haben durchgehaut
habt durchgehaut
haben durchgehaut

1. Konjunktiv [1]

haue durch
hauest durch
haue durch
hauen durch
hauet durch
hauen durch

2. Konjunktiv

haute durch
hautest durch
haute durch
hauten durch
hautet durch
hauten durch

Futur 1

werde durchhauen
wirst durchhauen
wird durchhauen
werden durchhauen
werdet durchhauen
werden durchhauen

1. Konjunktiv [2]

würde durchhauen
würdest durchhauen
würde durchhauen
würden durchhauen
würdet durchhauen
würden durchhauen

Diverses

hau durch!
haut durch!
hauen Sie durch!
durchgehaut
durchhauend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor durchhauen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kloven		Gebirgsschlüchte; Klüfte; Schlünde
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doorhakken	bersten; durchhauen; durchschneiden; schlagen; spalten; spleißen; splissen; streichen
doorhouwen	bersten; durchhauen; durchschneiden; schlagen; spalten; spleißen; splissen; streichen
doorklieven	bersten; durchhauen; durchschneiden; schlagen; spalten; spleißen; splissen; streichen
doormidden hakken	bersten; durchhauen; durchschneiden; schlagen; spalten; spleißen; splissen; streichen
in tweeën houwen	bersten; durchhauen; durchschneiden; schlagen; spalten; spleißen; splissen; streichen
klieven	bersten; durchhauen; durchschneiden; schlagen; spalten; spleißen; splissen; streichen	spleißen; splissen; zerhacken
kloven	bersten; durchhauen; durchschneiden; schlagen; spalten; spleißen; splissen; streichen	spleißen; splissen; zerhacken