Duits
Uitgebreide vertaling voor derzeitig (Duits) in het Nederlands
derzeitig:
-
derzeitig (gegenwärtig; aktuell; im Moment; jetzt; im Augenblick; momentan; augenblicklich)
tegenwoordig; hedendaags; van nu; huidig; van vandaag-
tegenwoordig bijvoeglijk naamwoord
-
hedendaags bijvoeglijk naamwoord
-
van nu bijvoeglijk naamwoord
-
huidig bijvoeglijk naamwoord
-
van vandaag bijvoeglijk naamwoord
-
-
derzeitig (gegenwärtig; heutig; aktuell)
tegenwoordig; hedentendage; in deze tijd-
tegenwoordig bijvoeglijk naamwoord
-
hedentendage bijvoeglijk naamwoord
-
in deze tijd bijvoeglijk naamwoord
-
-
derzeitig (seinerzeitig; früher)
-
derzeitig (zeitgenössisch; modern; aktuell; kontemporän; zeitgemäß; neu; heutig; neuzeitlich; gleichzeitig; gegenwärtig; frisch; fortgeschritten; zugegen; unbenutzt)
hedendaags; modern; eigentijds-
hedendaags bijvoeglijk naamwoord
-
modern bijvoeglijk naamwoord
-
eigentijds bijvoeglijk naamwoord
-
-
derzeitig (gegenwärtig; aktuell; heutig)
in deze dagen; vandaag de dag-
in deze dagen bijvoeglijk naamwoord
-
vandaag de dag bijvoeglijk naamwoord
-