Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. denkfaul:


Duits

Uitgebreide vertaling voor denkfaul (Duits) in het Nederlands

denkfaul:

denkfaul bijvoeglijk naamwoord

  1. denkfaul (hohlköpfig)
    onnozel; onbenullig; leeghoofdig
  2. denkfaul (müde; faul; langsam; )
    lijzig; loom; log
    • lijzig bijvoeglijk naamwoord
    • loom bijvoeglijk naamwoord
    • log bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor denkfaul:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leeghoofdig denkfaul; hohlköpfig
lijzig arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig
log arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig grob; plump; pummelig
loom arbeitsscheu; denkfaul; faul; flau; freudlos; langsam; lustlos; lässig; matt; müde; nachlässig; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig
onbenullig denkfaul; hohlköpfig bedeutungslos; blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; gewöhnlich; nichtsbedeutend; simpel; stumpf; stumpfsinnig; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig; ätzend
onnozel denkfaul; hohlköpfig blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; naiv; simpel; stumpf; stumpfsinnig; ätzend

Synoniemen voor "denkfaul":