Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. dechiffrieren:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor dechiffrieren (Duits) in het Nederlands

dechiffrieren:

dechiffrieren werkwoord

  1. dechiffrieren (entziffern; entschlüsseln; enträtseln; dekodieren; entwirren)
    decoderen; dechiffreren; ontcijferen
    • decoderen werkwoord (decodeer, decodeert, decodeerde, decodeerden, gedecodeerd)
    • dechiffreren werkwoord
    • ontcijferen werkwoord (ontcijfer, ontcijfert, ontcijferde, ontcijferden, ontcijferd)

Vertaal Matrix voor dechiffrieren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dechiffreren dechiffrieren; dekodieren; enträtseln; entschlüsseln; entwirren; entziffern
decoderen dechiffrieren; dekodieren; enträtseln; entschlüsseln; entwirren; entziffern
ontcijferen dechiffrieren; dekodieren; enträtseln; entschlüsseln; entwirren; entziffern auflösen; ausfindig machen; ausknobeln; dekodieren; enträtseln; entschlüsseln; entwirren; entziffern; herausbekommen; herausbringen; hinterkommen

Synoniemen voor "dechiffrieren":


Wiktionary: dechiffrieren


Cross Translation:
FromToVia
dechiffrieren ontcijferen decipher — to decode or decrypt a code or cipher
dechiffrieren ontcijferen déchiffrer — décoder ce qui est écrit en chiffre