Duits
Uitgebreide vertaling voor da (Duits) in het Nederlands
da:
-
da (weil)
-
da (angesichts; weil)
-
da (drüben; dort; angesichts; daran)
-
da (dort)
-
da (damals; ehemalig; damalig)
toentertijd; indertijd; destijds; toen; toenmaals-
toentertijd bijwoord
-
indertijd bijwoord
-
destijds bijwoord
-
toen bijvoeglijk naamwoord
-
toenmaals bijwoord
-
-
da (weil; denn)
-
da (ja doch; denn)
-
da (gleichwie; wie; als; gemäß; während; weil; so; indem; denn; indessen; wogegen; indes; wo; ja)
-
da (alsdann; dann)
-
da (auf die gleiche Stelle; dort; ebenda; ebendort)
Vertaal Matrix voor da:
Synoniemen voor "da":
Wiktionary: da
da
Cross Translation:
adverb
da
conjunction
adverb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• da | → omdat; daar; aangezien | ↔ because — by or for the cause that; on this account that; for the reason that |
• da | → want; omdat | ↔ for — because |
• da | → aangezien; omdat | ↔ since — because |
• da | → daar; ginder; ginds | ↔ there — in or at that place |
• da | → aangezien | ↔ puisque — Marquer une cause, un motif, une raison. |
• da | → aldaar; daar; ginder; ginds; daarginds; d’r; er; ’r | ↔ y — À cet endroit |