Duits
Uitgebreide vertaling voor brünstig (Duits) in het Nederlands
brünstig:
-
brünstig (Seksuell gereitst sein; heiß; geil; hitzig; begeistert; aufgeregt; aufgregend; enthusiastisch; gereizt; hingebungsvoll; feurig; glühend; eifrig; erregt; entzückt; lüstern; inbrünstig; erregend)
geil; seksueel opgewonden; opgewonden; hitsig; heet-
geil bijvoeglijk naamwoord
-
seksueel opgewonden bijvoeglijk naamwoord
-
opgewonden bijvoeglijk naamwoord
-
hitsig bijvoeglijk naamwoord
-
heet bijvoeglijk naamwoord
-
-
brünstig (läufig)
-
brünstig (sinnlich; schwül; lüstern; frivol)
-
brünstig (hitzig; leidenschaftlich; erregt; feurig; hitzköpfig; heißblütig)
Vertaal Matrix voor brünstig:
Synoniemen voor "brünstig":
Computer vertaling door derden: