Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- bewässern:
-
Wiktionary:
- bewässern → irrigeren
- bewässern → [[water geven]], sproeien, begieten, drenken, bedelven, overstelpen, verpletteren, bevochtigen, vochtig maken, bevloeien, irrigeren, gieten, besproeien, wateren, water geven
Duits
Uitgebreide vertaling voor bewässern (Duits) in het Nederlands
bewässern:
-
bewässern (begießen; spritzen; besprengen; besprühen; beträufeln; sprühen; hineingießen; bespritzen)
-
bewässern (irrigieren; berieseln)
Conjugations for bewässern:
Präsens
- bewässere
- bewässerst
- bewässert
- bewässeren
- bewässert
- bewässeren
Imperfekt
- bewässerte
- bewässertest
- bewässerte
- bewässerten
- bewässertet
- bewässerten
Perfekt
- habe bewässert
- hast bewässert
- hat bewässert
- haben bewässert
- habt bewässert
- haben bewässert
1. Konjunktiv [1]
- bewässere
- bewässerest
- bewässere
- bewässeren
- bewässeret
- bewässeren
2. Konjunktiv
- bewässerte
- bewässertest
- bewässerte
- bewässerten
- bewässertet
- bewässerten
Futur 1
- werde bewässern
- wirst bewässern
- wird bewässern
- werden bewässern
- werdet bewässern
- werden bewässern
1. Konjunktiv [2]
- würde bewässern
- würdest bewässern
- würde bewässern
- würden bewässern
- würdet bewässern
- würden bewässern
Diverses
- bewässer!
- bewässert!
- bewässeren Sie!
- bewässert
- bewässerend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bewässern:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
begieten | begießen; besprengen; bespritzen; besprühen; beträufeln; bewässern; hineingießen; spritzen; sprühen | |
besproeien | begießen; besprengen; bespritzen; besprühen; beträufeln; bewässern; hineingießen; spritzen; sprühen | begießen; besprühen; beträufeln |
bevloeien | berieseln; bewässern; irrigieren | |
irrigeren | berieseln; bewässern; irrigieren | |
water geven | begießen; besprengen; bespritzen; besprühen; beträufeln; bewässern; hineingießen; spritzen; sprühen |
Synoniemen voor "bewässern":
Wiktionary: bewässern
bewässern
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bewässern | → [[water geven]]; sproeien; begieten | ↔ water — to pour water into the soil surrounding (plants) |
• bewässern | → drenken; bedelven; overstelpen; verpletteren; bevochtigen; vochtig maken; bevloeien; irrigeren; gieten; begieten; sproeien; besproeien; wateren; water geven | ↔ abreuver — faire boire (un animal, particulièrement un cheval). |
• bewässern | → bevloeien; gieten; begieten; sproeien; besproeien; wateren; water geven | ↔ arroser — humecter, mouiller quelque chose en versant de l’eau dessus, ou quelque autre liquide. |