Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. betriebsam:


Duits

Uitgebreide vertaling voor betriebsam (Duits) in het Nederlands

betriebsam:

betriebsam bijvoeglijk naamwoord

  1. betriebsam (emsig; fleißig; arbeitsam)
    actief; bedrijvig; bezig; nijver
  2. betriebsam (energisch)
    voortvarend

Vertaal Matrix voor betriebsam:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actief arbeitsam; betriebsam; emsig; fleißig aktiv; berufstätig; beschäftigt; beweglich; eifrig; emsig; fleißig; geschäftig; lebendig; lebhaft; munter; quick; strebsam; tätig; wirksam
bedrijvig arbeitsam; betriebsam; emsig; fleißig aktiv; berufstätig; beschäftigt; eifrig; emsig; fleißig; geschäftig; strebsam; tätig; wirksam
bezig arbeitsam; betriebsam; emsig; fleißig aktiv; berufstätig; beschäftigt; eifrig; emsig; fleißig; geschäftig; strebsam; tätig; wirksam
nijver arbeitsam; betriebsam; emsig; fleißig
voortvarend betriebsam; energisch

Synoniemen voor "betriebsam":

  • aktiv; engagiert; rege; umtriebig; unter Strom stehend
  • befleißigt; bemüht; besorgt; bestrebt; emsig; fleissig