Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal betäubt

Vertaal betäubt van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. betäubt:
  2. betäuben:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor betäubt (Duits) in het Nederlands

betäubt:

betäubt bijvoeglijk naamwoord

  1. betäubt (berauscht; apathisch; benebelt; duselig)
    verdoofd
  2. betäubt (dösig; stumpfsinnig; duselig)
    soezerig; suf; geesteloos; mat; dof; versuft; daas
    • soezerig bijvoeglijk naamwoord
    • suf bijvoeglijk naamwoord
    • geesteloos bijvoeglijk naamwoord
    • mat bijvoeglijk naamwoord
    • dof bijvoeglijk naamwoord
    • versuft bijvoeglijk naamwoord
    • daas bijvoeglijk naamwoord
  3. betäubt (benebelt; berauscht; duselig)
    bedwelmd; onder invloed
  4. betäubt (dösig; duselig; schlaff; dumpf; dumpfig)
    soezerig; doezelig; suf

Vertaal Matrix voor betäubt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mat Fußmatte; Matte; Rasendecke; Setdeckchen; Unterlage; Untersetzer; Vorleger
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedwelmd benebelt; berauscht; betäubt; duselig bewußtlos; ohnmächtig
daas betäubt; duselig; dösig; stumpfsinnig
doezelig betäubt; dumpf; dumpfig; duselig; dösig; schlaff
dof betäubt; duselig; dösig; stumpfsinnig beschlagen; blind; dumpf; dumpfig; farblos; flau; glanzlos; grau; hohl; matt; mattiert; nicht hell; schlaff; schlapp; schwach; stumpf; trüb; trübe
mat betäubt; duselig; dösig; stumpfsinnig abständlich; beschlagen; bleich; blind; dumpf; dumpfig; farblos; flau; freudlos; glanzlos; grau; hohl; kühl; lahm; lustlos; matt; mattiert; nicht hell; schlaff; schlapp; schwach; stumpf; träge; trüb; trübe; zurückhaltend
soezerig betäubt; dumpf; dumpfig; duselig; dösig; schlaff; stumpfsinnig
suf betäubt; dumpf; dumpfig; duselig; dösig; schlaff; stumpfsinnig blöd; doof; dumm; dumpf; einförmig; eintönig; fade; fahl; geistlos; geisttötend; langweilig; moderig; muffig; schal; schlafbringend; stockig; stumpfsinnig; töricht; unvernünftig; unverständig; öde
verdoofd apathisch; benebelt; berauscht; betäubt; duselig
versuft betäubt; duselig; dösig; stumpfsinnig duselig; dösig; schlaftrunken; schläfrig; verschlafen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geesteloos betäubt; duselig; dösig; stumpfsinnig blöd; doof; dumm; dusselig; dämlich; geistlos; geisttötend; kraftlos; leblos; schlaff; seelenlos; simpel; stumpf; stumpfsinnig; unbeseelt; ätzend
onder invloed benebelt; berauscht; betäubt; duselig

Synoniemen voor "betäubt":


Wiktionary: betäubt

Cross Translation:
FromToVia
• betäubt → verstijfd; bewusteloos; verdoofd; verkleumd ↔ numb — without the power of sensation
• betäubt → verdoofd; bewusteloos; verstijfd; verkleumd ↔ engourdi — Dépourvu de mobilité et de sensibilité

betäuben:

betäuben werkwoord (betäube, betäubst, betäubt, betäubte, betäubtet, betäubt)

  1. betäuben
    verdoven
    • verdoven werkwoord (verdoof, verdooft, verdoofde, verdoofden, verdoofd)
  2. betäuben
    bedwelmen; het bewustzijn doen verliezen

Conjugations for betäuben:

Präsens
  1. betäube
  2. betäubst
  3. betäubt
  4. betäuben
  5. betäubt
  6. betäuben
Imperfekt
  1. betäubte
  2. betäubtest
  3. betäubte
  4. betäubten
  5. betäubtet
  6. betäubten
Perfekt
  1. habe betäubt
  2. hast betäubt
  3. hat betäubt
  4. haben betäubt
  5. habt betäubt
  6. haben betäubt
1. Konjunktiv [1]
  1. betäube
  2. betäubest
  3. betäube
  4. betäuben
  5. betäubet
  6. betäuben
2. Konjunktiv
  1. betäubte
  2. betäubtest
  3. betäubte
  4. betäubten
  5. betäubtet
  6. betäubten
Futur 1
  1. werde betäuben
  2. wirst betäuben
  3. wird betäuben
  4. werden betäuben
  5. werdet betäuben
  6. werden betäuben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde betäuben
  2. würdest betäuben
  3. würde betäuben
  4. würden betäuben
  5. würdet betäuben
  6. würden betäuben
Diverses
  1. betäub!
  2. betäubt!
  3. betäuben Sie!
  5. betäubt
  6. betäubend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor betäuben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedwelmen betäuben
het bewustzijn doen verliezen betäuben
verdoven betäuben

Synoniemen voor "betäuben":

  • abhärten; abstumpfen; abtöten; stumpf machen; unempfindlich machen
  • gefühllos machen; narkotisieren; Rauschgift verabreichen; taub machen

Wiktionary: betäuben

betäuben
verb
  1. iemands bewustzijn verminderen of laten verliezen door blootstelling aan een bepaalde stof
  2. de pijnprikkel onderdrukken, bijvoorbeeld door het toedienen van een medicijn
Cross Translation:
FromToVia
• betäuben → verdoven ↔ anesthetize — administer anesthesia
• betäuben → versuffen ↔ daze — to stupefy with excess of light; with a blow, with cold, or with fear; to confuse; to benumb
• betäuben → verdoven; doof maken ↔ deafen — to make deaf
• betäuben → in slaap doen; verdoven ↔ numb — to cause to become numb
• betäuben → verdoven; verdwazen ↔ stupefy — dull the senses or capacity to think

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.5387 seconde
Page rendered in 1.0 seconds