Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal besiegeln

Vertaal besiegeln van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. besiegeln:

Duits

Uitgebreide vertaling voor besiegeln (Duits) in het Nederlands

besiegeln:

besiegeln werkwoord (besiegele, besiegelst, besiegelt, besiegelte, besiegeltet, besiegelt)

  1. besiegeln (bekräftigen; beglaubigen)
    goedkeuren; bevestigen; bekrachtigen; homologeren; bezegelen
    • goedkeuren werkwoord (keur goed, keurt goed, keurde goed, keurden goed, goedgekeurd)
    • bevestigen werkwoord (bevestig, bevestigt, bevestigde, bevestigden, bevestigd)
    • bekrachtigen werkwoord (bekrachtig, bekrachtigt, bekrachtigde, bekrachtigden, bekrachtigd)
    • homologeren werkwoord (homologeer, homologeert, homologeerde, homologeerden, gehomologeerd)
    • bezegelen werkwoord (bezegel, bezegelt, bezegelde, bezegelden, bezegeld)
  2. besiegeln
    bezegelen; van zegel voorzien

Conjugations for besiegeln:

Präsens
  1. besiegele
  2. besiegelst
  3. besiegelt
  4. besiegelen
  5. besiegelt
  6. besiegelen
Imperfekt
  1. besiegelte
  2. besiegeltest
  3. besiegelte
  4. besiegelten
  5. besiegeltet
  6. besiegelten
Perfekt
  1. habe besiegelt
  2. hast besiegelt
  3. hat besiegelt
  4. haben besiegelt
  5. habt besiegelt
  6. haben besiegelt
1. Konjunktiv [1]
  1. besiegele
  2. besiegelest
  3. besiegele
  4. besiegelen
  5. besiegelet
  6. besiegelen
2. Konjunktiv
  1. besiegelte
  2. besiegeltest
  3. besiegelte
  4. besiegelten
  5. besiegeltet
  6. besiegelten
Futur 1
  1. werde besiegeln
  2. wirst besiegeln
  3. wird besiegeln
  4. werden besiegeln
  5. werdet besiegeln
  6. werden besiegeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde besiegeln
  2. würdest besiegeln
  3. würde besiegeln
  4. würden besiegeln
  5. würdet besiegeln
  6. würden besiegeln
Diverses
  1. besiegel!
  2. besiegelt!
  3. besiegelen Sie!
  5. besiegelt
  6. besiegelend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor besiegeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
homologeren Anerkennen; Homologieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekrachtigen beglaubigen; bekräftigen; besiegeln beglaubigen; bescheinigen; bestaetigen; signalisieren
bevestigen beglaubigen; bekräftigen; besiegeln anbinden; anheften; anketten; anknöpfen; anlegen; befestigen; beglaubigen; beipflichten; bejahen; bestätigen; dokumentieren; festbinden; festhaken; festhalten; festheften; festknöpfen; festknüpfen; festmachen; heften; klammern; knoten; verankern; verbinden; verknoten
bezegelen beglaubigen; bekräftigen; besiegeln
goedkeuren beglaubigen; bekräftigen; besiegeln austeilen; autorisieren; bekräftigen; bewilligen; billigen; eingestehen; einräumen; einwilligen; entgegenkommen; erlauben; genehmigen; gestatten; gestehen; gewähren; gutheißen; lassen; nachgeben; zulassen
homologeren beglaubigen; bekräftigen; besiegeln
van zegel voorzien besiegeln
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
goedkeuren autorisieren

Synoniemen voor "besiegeln":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0211 seconde
Page rendered in 1.0 seconds