Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal beruhigte

Vertaal beruhigte van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. beruhigen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor beruhigte (Duits) in het Nederlands

beruhigen:

beruhigen werkwoord (beruhige, beruhigst, beruhigt, beruhigte, beruhigtet, beruhigt)

  1. beruhigen (beschwichtigen)
    geruststellen
    • geruststellen werkwoord (stel gerust, stelt gerust, stelde gerust, stelden gerust, gerustgesteld)
  2. beruhigen (zur Ruhe mahnen; dämpfen; besänftigen; )
    kalmeren; sussen; bedaren; tot kalmte manen
    • kalmeren werkwoord (kalmeer, kalmeert, kalmeerde, kalmeerden, gekalmeerd)
    • sussen werkwoord (sus, sust, suste, susten, gesust)
    • bedaren werkwoord (bedaar, bedaart, bedaarde, bedaarden, bedaard)
    • tot kalmte manen werkwoord
  3. beruhigen (lindern)
    kalmeren
    • kalmeren werkwoord (kalmeer, kalmeert, kalmeerde, kalmeerden, gekalmeerd)
  4. beruhigen (ruhig werden)
    rustig worden; kalm worden
    • rustig worden werkwoord (word rustig, wordt rustig, werd rustig, werden rustig, rustig geworden)
    • kalm worden werkwoord (word kalm, wordt kalm, werd kalm, werden kalm, kalm geworden)
  5. beruhigen (versöhnen; beschwichtigen; schlichten; beilegen; besänftigen)
    bijleggen; verzoenen; schikken
    • bijleggen werkwoord (leg bij, legt bij, legde bij, legden bij, bijgelegd)
    • verzoenen werkwoord (verzoen, verzoent, verzoende, verzoenden, verzoend)
    • schikken werkwoord (schik, schikt, schikte, schikten, geschikt)
  6. beruhigen (Frieden schließen; schlichten; beilegen; beschwichtigen; besänftigen)
    vrede sluiten

Conjugations for beruhigen:

Präsens
  1. beruhige
  2. beruhigst
  3. beruhigt
  4. beruhigen
  5. beruhigt
  6. beruhigen
Imperfekt
  1. beruhigte
  2. beruhigtest
  3. beruhigte
  4. beruhigten
  5. beruhigtet
  6. beruhigten
Perfekt
  1. habe beruhigt
  2. hast beruhigt
  3. hat beruhigt
  4. haben beruhigt
  5. habt beruhigt
  6. haben beruhigt
1. Konjunktiv [1]
  1. beruhige
  2. beruhigest
  3. beruhige
  4. beruhigen
  5. beruhiget
  6. beruhigen
2. Konjunktiv
  1. beruhigte
  2. beruhigtest
  3. beruhigte
  4. beruhigten
  5. beruhigtet
  6. beruhigten
Futur 1
  1. werde beruhigen
  2. wirst beruhigen
  3. wird beruhigen
  4. werden beruhigen
  5. werdet beruhigen
  6. werden beruhigen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde beruhigen
  2. würdest beruhigen
  3. würde beruhigen
  4. würden beruhigen
  5. würdet beruhigen
  6. würden beruhigen
Diverses
  1. beruhig!
  2. beruhigt!
  3. beruhigen Sie!
  5. beruhigt
  6. beruhigend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor beruhigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schikken Anordnen; Anpassen; Arrangieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedaren beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; drosseln; dämpfen; schlichten; zur Ruhe mahnen beherrschen; bezwingen
bijleggen beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; schlichten; versöhnen Freiden schließen; beilegen; gutmachen; hinzulegen; in die Kosten teilen; nachzahlen; schlichten; zuzahlen
geruststellen beruhigen; beschwichtigen
kalm worden beruhigen; ruhig werden
kalmeren beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; drosseln; dämpfen; lindern; schlichten; zur Ruhe mahnen
rustig worden beruhigen; ruhig werden
schikken beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; schlichten; versöhnen Maßregeln treffen; Streit beilegen; einigen; gelegen kommen; konvenieren; passen; regeln; rundkommen; vergleichen
sussen beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; drosseln; dämpfen; schlichten; zur Ruhe mahnen
tot kalmte manen beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; drosseln; dämpfen; schlichten; zur Ruhe mahnen
verzoenen beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; schlichten; versöhnen
vrede sluiten Frieden schließen; beilegen; beruhigen; beschwichtigen; besänftigen; schlichten

Synoniemen voor "beruhigen":


Wiktionary: beruhigen

beruhigen
verb
  1. iemands angst of zorgen ontzenuwen of minder aannemelijk maken
  2. kalm worden
Cross Translation:
FromToVia
• beruhigen → kalmeren; gerust stellen ↔ calm — to make calm
• beruhigen → bedaren ↔ compose — to calm oneself down
• beruhigen → bedaren; geruststellen; kalmeren ↔ rassurer — redonner l’assurance, rendre la confiance, la tranquillité.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0351 seconde
Page rendered in 1.0 seconds