Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. begreiflich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor begreiflich (Duits) in het Nederlands

begreiflich:

begreiflich bijvoeglijk naamwoord

  1. begreiflich (verständlich; deutlich; faßlich)
    inzichtelijk; begrijpelijk; duidelijk; helder; bevattelijk
  2. begreiflich (einsichtich)
    inzichtelijk
  3. begreiflich (deutlich; verständlich; faßlich; gemeinverständlich)
    bevatbaar
  4. begreiflich (gemeinverständlich; deutlich; verständlich)

Vertaal Matrix voor begreiflich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begrijpelijk begreiflich; deutlich; faßlich; verständlich deutlich; eindeutig; klar; offensichtlich; sonnenklar; verständlich
bevattelijk begreiflich; deutlich; faßlich; verständlich gelehrig; intelligent; klug
duidelijk begreiflich; deutlich; faßlich; verständlich anschaulich; aufschlußreich; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deudlich; deutlich; eindeutig; einleuchtend; erkennbar; ganz offensichtlich; geradlinig; glashell; gläsern; greifbar; handgreiflich; kerzengerade; klar; klar wie Klosbrühe; konkret; offensichtlich; schnurgerade; sicher; sichtbar; sonnenklar; unverkennbar; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; übersichtlich
helder begreiflich; deutlich; faßlich; verständlich deutlich; eindeutig; ganz offensichtlich; heiter; hell; klar; klar wie Klosbrühe; offensichtlich; sonnenklar; unbewölkt; verständlich; wolkenlos
inzichtelijk begreiflich; deutlich; einsichtich; faßlich; verständlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
algemeen begrijpbaar begreiflich; deutlich; gemeinverständlich; verständlich
bevatbaar begreiflich; deutlich; faßlich; gemeinverständlich; verständlich

Synoniemen voor "begreiflich":


Wiktionary: begreiflich


Cross Translation:
FromToVia
begreiflich denkbaar conceivable — capable of being conceived or imagined; possible; credible; thinkable

Verwante vertalingen van begreiflich